1 december 2013
Op 26 novenber was de inloopavond bij Balk in Zuidhorn.
De spoorbrug over het van Starkenborghkanaal
Je gaat naar Noordhorn.
Je ben gereden over de klapbrug gereden.
Je ziet de rode vloerbedekking en de brede strook tussen de tuinen en de bestrate weg.
Rechts zie je de afslag Zuidhorn.
Je gaat naar de klapbrug!
Daar heb je de klapbrug.
Je kijkt vanuit de tuin van Kees Afman!
Over de klapbrug richting Noordhorn.
Helaas had ik gepland de foto van Jan Blaauw.
Hij was aanwezig met zijn grote CANON-blaffer.
Hij dronk tussendoor een kopje koffie.
Later bleek, dat mijn foto mislukt was!
Ik moet dus genoeg nemen met een oudere foto:
Geen inloopavond maar wel een mooie omgeving!
De gepensioneerde boer Datema in gesprek!
De brug bij Aduard!
Daar maakt iemand reclame op zijn rug! ....Ik lees iets van Solutions.....Ik kom er niet uit!
De brug bij Dorkwerd!
Tot de volgende in- of uitloopavond!
De razend reporter (door de lutje Canon van BLAAUW) |
2 december 2013
Voortgang Aanleg (rondweg???) (weg dwars door!!!) Noordhorn N355
Van 28 november 2013
De inloopavond van afgelopen dinsdag was zeer geslaagd. Een mooie opkomst en voor een ieder
volop de gelegenheid vragen te stellen, ontwerpen en bolfoto’s te zien en opmerkingen te maken.
Voor de provincie en de aannemer was er volop gelegenheid om persoonlijk te reageren op vragen en opmerkingen.
Zoals eerder aangegeven wordt van vrijdag 29 november tot en met zondag 1 december het verkeer
op de N355 in Noordhorn omgeleid vanwege asfalteringswerkzaamheden. Het lijkt erop dat de weergoden ons een handje helpen en dat het het asfalteren door kan gaan zonder vorst, hevige regenval of storm.
De baggerwerkzaamheden in het Van Starkenborgh vorderen eveneens, net als de aanleg van de
grondlichamen van de vaste brug over het kanaal.
Werkzaamheden voor week 49.
Tunnel:
Ontgraven tunnelvak oostzijde van de Langestraat (zandaanvoer Langestraat)
Donderdag beton storten aan de westzijde van de tunnel.
Aanbrengen wapening aan de westzijde van de tunnel Westzijde.
Rotonde:
Vanaf zondagavond 1 december wordt het verkeer over de nieuwe rotonde geleid.
Maandag 2 december wordt het een deel van de oude weg, dat naast de nieuwe rotonde ligt,
verwijderd. Dit stuk weg wordt nu gebruikt voor het doorgaande verkeer. Zodra de rotonde open is, is dit oude stuk weg overbodig.
Brug:
Gereed maken van de bouwplaats
Transport van zand en puin over het Van Starkenborghkanaal.
Aanvoeren graafmachine.
Verruimen Van Starkenborghkanaal:
Ontgraven grond voor de bochtverruiming
Grond in depot nabij de grondlichamen rijden.
Foto's zijn gemaakt op zaterdag 23- 11 2013
Onze kraan!
De bouwpunt nummer 1!
De bouwpunt nummer 2!
De rotonde!
Met asfalt en dan.....de beplanting........misschien keien....
Dat ziet er goed uit!
We krijgen sneeuw.......Hij contrasteert met het wit!!
Onze kraan!
De bouwpunt nummer 1!
De bouwpunt nummer 2!
Wat valt in de schaduw?
De rotonde!
Met asfalt en dan.....de beplanting........misschien keien....
Dat ziet er goed uit!
We krijgen sneeuw.......Hij contrasteert met het wit!!
4 december 2013
Moeder geeft een rondleiding aan de buurman Wieringa en Klaas Borger van BosBoon Expertise de verzekeraar van GMB |
Zij bekijken de scheuren.
Deze scheur gaat verder, dan we hadden gedacht!
Dit moet nader worden bekeken door Klaas Borger!
De twee buurtjes hebben het maar koud en veel drukte met de schadeverzekering!
Hij loopt langs het huis aan de voorkant!
De gemeente geeft opdracht om de bomen te fatsoeneren!
Hij zit rechts op de foto in de boom te zagen!
De kraan heeft dit apparaat van de grond getild!........ De wielen hangen in het luchtledige!
Nou weet je het wel zeker!...Hij vliegt door de lucht!
De bouwput , nummer 1!
De buizen worden ondergraven!
Er liggen nog 4 ronde buizen!
De bouwput, nummer 2
Door de tralies!
De kraan nummer 2 en de afgrond!!
De kraan nummer 2!
De rotonde
Daar waar de tunnel begint dichtbij de kraan nummer 2
De foto is gemaakt door de tralies heen!
Zo kom je uit de bouwput nummer 2
Janco en een compaan!
De bouwput nummer 1
De kraan nummer 2
![]() |
DE RAZENDE REPORTER |
5 december 2013
Hallo Jan Thijs,
Maar weer bedankt voor de foto's en informatie over alle werken in jullie dorp en de omgeving.
Wat zullen jullie trots zijn op de behaalde overwinning van Jan Mark ,staande op de
hoogset tree !
Ik wist niet,dat hij zo goed in de Judo-sport was. Geweldig!
Komen Sint en Piet nog bij jullie langs?
Zijn de Pieten bij jullie zwart of hebben zij al een andere kleur?
Veel plezier en een vriendelijke groet voor jullie van Herman en Janny.
Hier zie je ze weer!!

Verkleden was vertier, vooral Sinterklaasje spelen.
Met papa naar klas vier en daar kado’s uitdelen.
Hij viel ook van een paard.
Met papa naar klas vier en daar kado’s uitdelen.
Hij viel ook van een paard.
Dat was nog bij de Komas.
Hij greep één bij zijn staart die in Collendoorn op vlucht was. Hij wandelde ook slaap, als hij intens gespeeld had.
Je schrok je dan een aap, als hij met gras in bed lag.
Hij greep één bij zijn staart die in Collendoorn op vlucht was. Hij wandelde ook slaap, als hij intens gespeeld had.
Je schrok je dan een aap, als hij met gras in bed lag.
Lego is ’t verhaal apart.
Wat kon hij daar mee spelen!
Elke verjaardag kreeg hij wat.
Hij kon zich nooit vervelen.
Wat kon hij daar mee spelen!
Elke verjaardag kreeg hij wat.
Hij kon zich nooit vervelen.
Dit is uit hun leven gegrepen.
Dit is uit hun leven een greep
Het geluk is altijd met de lepen.
Ja, daar zit hem nou net nou de kneep.
UIT HET RIJKE LEVEN VAN SINTERKLAAS
HET DUISTER IS LANGZAAM WEGGEKROPEN
EEN LATE VOGEL IS WEGELOPEN
EEN KAT GAAT OVER IN HEFTIG LAWAAI
EEN HANENZOON ONTWAAKT ONDER VALS GEKRAAI.
VANDAAG IS HET VOOR HEM EEN GROTE DAG
OMDAT HIJ VOOR SINTERKLAAS SPELEN MAG.
HET KLAZENPAK LIGT KLAAR OP DE STOEL.
VANMIDDAG WORDT HIJ INGEHAALD MET GEJOEL.
WANT PA IS DE KLASSENLERAAR VAN DE VIERDE KLAS.
EN VINDT, DAT HET VERSCHIJNEN VAN DE SINT EEN LEUKE VERRASSING WAS.
EN SINTERKLAAS WAS MEESTAL EEN VERKLEDE LEERLING GEWEEST.
MAAR IN KLAS VIER WIL DE JEUGD DAT NIET MEER.
VOELEN ZICH DAARVOOR TE VEEL DAME OF HEER.
DAARVOOR MOEST EEN OPLOSSING WORDEN,
WANT ZO'N SINTVIERING ZET JE NIET OP DE TOCHT.
EEN ECHTE VREEMDE SINTERKLAAS, DAT WAS PAS IETS,
ANDERS MAAK JEZELF IMMERS BANG VOOR NIETS,
WELNU OP DE KLEUTERSCHOOL HADDEN ZE ZO'N PAK.
DIE KLEUTERS GELOVEN IN SINTERKLAAS NOG WEL
EN KRUIPEN GRAAG IN HET KLAAS- OF PIETERVEL.
DOOR ZELF VOOR PIET OF KLAAS TE SPELEN,
BONZEN DE HARTEN MINDER IN DE KELEN.
MEN IS DAN NIET MEER ZO BANG VOOR DE GOEDHEILIGE MAN
O, DAT JE IN ZO'N PAK HEM ZELF EVEN WEZEN KAN.
WELNU EEN JAAR OF VIER WAREN DE ZONEN VAN JONGE HAAN.
TOEN HEBBEN ZE DAT SINT EN PIET SPELEN VOOR HET EERST GEDAAN.
ZE LEENDEN DE PAKKEN VAN DE KLEUTERJUF EN OEFENDEN ZICH IN DIE DAGEN SUF.
WISTEN ZIJ VEEL, DAT HET GELOOF IN DE VIERDE KLAS IN DE SINT EN PIET ALLANG VERDWENEN WAS.
DIE GROTE LUMMELS ZIJN VOOR ZO'N OUDE MAN NIET BANG,
KRUIPEN VOOR HEM NIET MEER ACHTER HET BEHANG.
MAAR ONDERTUSSEN, O WEE, DAT VALT NOG WEL WAT MEE.
WAT ALLEEN EEN LIEDJE ZINGEN,
DAAR ZITTEN ZE NIET OM TE SPRINGEN.
DE SCHAAMTE HEEFT DE OVERHAND GEKREGEN,
DAN WORDEN DIE LUMMELS PLOTS VERLEGEN.
ZO ZIT KLAS VIER OM ÉÉN UUR OP DE DAG VAN SINT IN HET NOODLOKAAL.
DE STOEL IN DE KRING: ZE ZIJN ER ALLEMAAL
HEBBEN VOOR ELKAAR EEN KADOOTJE GEKOCHT,
SOMMIGEN ER NOG EEN GEDICHTJE BIJ GEWROCHT.
BRAAF ZITTEN ZIJ TE WACHTEN OP JONGE HAAN EN INDERDAAD,
DAAR KOMT HIJ AAN.
HIJ LOOPT OP HET PLEIN MET EEN HELE KLEINE SINT EN PIET
EN DIE VIERDEKLASSERS? ZE GELOVEN HUN EIGEN OGEN NIET.
HOE MOETEN ZIJ REAGEREN OP DEZE KLEINE VERKLEDE HEREN
DE LANGERE IS SINTERKLAAS DE KORTE IS PIETERBAAS.
DAAR SCHRIJDEN ZIJ OVER HET PLEIN.
HOE ZOU DAT MET DIE GROTE KINDEREN ZIJN?
WAT BEVERIG BETREDEN ZIJ HET LOKAAL,
BEGINNEN ZIJ DAAR NIET TE ZINGEN ALLEMAAL?
JONGE HAAN STELT PIET EN SINT VOOR,
GEHOORZAAM GROET DAN HEEL HET KOOR,
DE PAKJES WORDEN UITGEDEELD DOOR PIET,
MAAR SCHRIK, HIJ KENT DE LETTERS, DUS OOK DE NAMEN NIET.
DAN STAPT HIJ NAAR ZIJN PA, FLUISTERT ZACHT: VOOR WIE IS DAT?
EN PA WIJST HEM WAAR DE JONGEN OF HET MEISJE ZAT.
EN ALS DE EERSTE VERLEGENHEID IS WEGGEËBD,
WORDT DOOR DIE PIET STEVIG MET DE ROE GEMEPT.
EN ZO'N GROTE KEREL LAAT DAT LACHEND GAAN,
DENKT: IK WREEK DAT OP JE PA, DIE JONGE HAAN
NOOIT ZAG JE EEN KIND GEHOORZAMER BIJ DE SINT,
EN WONDER: DEZE SINT WAS NOG MAAR EEN KIND!
MAAR, OOK KLEUTERS WORDEN GROOT, DE LEERPLICHT DWINGT.
DUS GEEN VIERDE KLAS MEER DIE EEN KLEUTERKLAAS TOEZINGT.
MAAR ZIE, DE ZUS VAN DEZE SINT EN PIET WERD SPOEDIG OOK EEN KLEUTERGRIET.
EN HET PAK VAN KLAAS EN PIET WAS ER NOG STEEDS.
DUS PA BEREIDDE HAAR ZACHTJES VOOR OP HET FEEST.
"WIL JIJ SINTERKLAAS ZIJN BIJ DE KINDEREN VAN PAPPA ZIJN KLAS?"
MAAR HET KIND DACHT, DAT HET EEN FLAUW GRAPJE WAS.
GELOOFT ZEER STERK IN SINTERKLAAS,
BEGRIJPT DAT VERKLEDEN NIET,
EN ZEGT: "MIJN JUF HEEFT DIE PAKKEN HELEMAAL NIET".
SINTERKLAASPAK VOOR EEN KLEUTER? DAT KAN ER TOCH NIET ZIJN?
PEUTER DAT MAAR AAN HAAR VERSTAND. ALLEN MET MOEITE EN PIJN.
EN ALS ZE HET DAN GELOOFT, DAN LIJKT DAT TOCH WEL ENG,
OOK ALS MAMMA ZEGT : ALS IK JE VRIENDIN DAN EENS MEEBRENG?
EN DAN SAMEN VERKLEED ALS PIET EN SINT?
NEE, HET IS TE GRIEZELIG VOOR HET KIND.
KIJK, DIE TWEELING SLEEPTE ELKAAR ER WEL DOOR.
MAAR DEZE ZET STEEDS IN HAAR EENTJE HAAR BESTE BEENTJE VOOR.
DUS, SNEED JE DAN DAT ONDERWERP WEER EENS AAN,
DAN HAD JE HET WEL WEER BIJ HAAR GEDAAN.
"WAAROM BEGIN JIJ DAAR ALTIJD OVER?", SPRAK ZIJ.
DUIDELIJK WAS ZE MET HET VOORSTEL NIET ZO BLIJ.
DUS KOM JE OP WOENSDAG 5 DECEMBER OM ÉÉN UUR IN KLAS VIER,
DAN WIST JE EEN MINI- SINTERKLAAS KWAM ER NIET MEER HIER.

(jawel zeker Sinterbaas),
maar geen zwarte PIET.
Wie eet van mijn brood toch altijd de kaas!
Een heel geklauw rondom de buizen!
Bij bouwput 2!
Lopen langs de bouwput 2
Ik weet niet, wat ze doen!
De bouwput nummer 1
De ronde buizen zijn ondergraven, dus extra 3 meter!
Het asfalteren van de rotonde op donderdag 28 november in verband met regenachtig weer op 29 november.
De apparatuur!
Samen overleggen!
De Mokkenburgweg!
De bouwput 2
Het overzicht
6 december 2013
Op sinterklaasdag was de storm en de kranen lagen plat.
Het werkvolk stopte vanmiddag vanwege de verjaardag van Sinterklaas en de storm.
Wat nu over is, is de windstoot.....uppercut.
"Rouw zonder einde" schreef ik naar aanleiding van de gebeurtenissen rond het ongeluk van 4 november 1963.
Dit jaar ontving ik meerdere de e- mails, die men schreef over dit ongeluk, dat 50 jaren geleden plaats vond.
Ik plaatste alle e- mails en mijn commentaar op mijn site onder de titel "Rouw zonder einde".
Het stond op "blogger".
Het lijkt voor mezelf verstandig dit verhaal op "wordpress" te plaatsen onder de titel"Na 50 jaren".
Ik geef een link:
NA 50 JAREN!
De laatste graverij is een feit....onder de ronde buizen!
Ik mis nog een paar geheide metalen platen!
...en daar ook aan de rechterkant!
Dit wordt een gladde ijsvloer....voor als de winterspelen in Rusland niet kunnen doorgaan!
De rot hond! |
Het asfalteren...nu op vrijdag 29 november.
Bij de bouwput nummer 2!
Hier zijn ze nog bezig met de ijsvloer!
Er komt al weer een vrachtauto binnen met apparaten!
Onderweg kom ik de Staphorster tegen.
Hij wijst op de vrachtauto, die net binnen kwam.
"Dat wordt 's nachts doorwerken!!", zegt hij
Deze heren zijn om een uur of vier ook klaar met werken!!
Nog een blik in de bouwput werpen!
Voor vandaag genoeg!
7 december 2013
Geachte heer/mevrouw,
Bij deze informeer ik u over de werkzaamheden rond de brug bij Noordhorn en zuidhorn. Deze informatie is ook te vinden op www.provinciegroningen.nl/lemmerdelfzijl .
Met vriendelijke groet,
Tim Smid
Voortgang werkzaamheden aanleg rondweg N355 en nieuwe vaste brug Noordhorn en Zuidhorn
Van 6 december 2013
Het asfalteringswerk aan de rotonde is vorig weekend zeer spoedig verlopen. Hierdoor kon de omleiding eerder opgeheven worden dan verwacht. De komende week staat in het teken van de afwerking.
Tunnel Langestraat
De bouw van de tunnel in de Langestraat gaat een nieuwe fase in. De grondtransporten zijn zo goed als klaar. Graafmachines en kiepauto’s maken nu plaats voor betonwerkers. In het westelijke deel van de tunnel is inmiddels een werkvloer gestort. Op deze vloer wordt de komende tijd de tunnel gebouwd. De komende week wordt ook aan de oostkant een werkvloer aangebracht. Staalvlechters gaan aan de slag om de wapening van het beton voor het eerste tunneldeel gereed te maken.
De bouw van de tunnel in de Langestraat gaat een nieuwe fase in. De grondtransporten zijn zo goed als klaar. Graafmachines en kiepauto’s maken nu plaats voor betonwerkers. In het westelijke deel van de tunnel is inmiddels een werkvloer gestort. Op deze vloer wordt de komende tijd de tunnel gebouwd. De komende week wordt ook aan de oostkant een werkvloer aangebracht. Staalvlechters gaan aan de slag om de wapening van het beton voor het eerste tunneldeel gereed te maken.
Baggerwerk
Het baggerwerk in het Van Starkenborghkanaal beperkt zich komende week tot het baggeren van de bochtverruiming even ten westen van de spoorbrug. De grond wordt naar de depots bij de nieuwe brug gebracht.
Het baggerwerk in het Van Starkenborghkanaal beperkt zich komende week tot het baggeren van de bochtverruiming even ten westen van de spoorbrug. De grond wordt naar de depots bij de nieuwe brug gebracht.
Contactpersoon
Janko Haaksema van GMB is de komende tijd met vakantie en wordt vervangen door Kees Kranenburg van hetzelfde bedrijf. De reguliere inloopmiddag blijft gewoon op de maandag van 14.00 uur tot 17.00 uur bij het hoofdaannemersbedrijf GMB aan de Industrieweg 5 te Noordhorn.
Janko Haaksema van GMB is de komende tijd met vakantie en wordt vervangen door Kees Kranenburg van hetzelfde bedrijf. De reguliere inloopmiddag blijft gewoon op de maandag van 14.00 uur tot 17.00 uur bij het hoofdaannemersbedrijf GMB aan de Industrieweg 5 te Noordhorn.
De suggestie- en klachtenlijn blijft hetzelfde, dus : 06 - 53 58 71 59. U kunt uw vragen en suggesties ook mailen naargmbprojectzuidhorn@gmb.eu.
Zweeds "Rothond" |
Arme jij!
Hoe lang gaat dit nog duren?
De gezondste houding voor jezelf is geduld oefenen.
Ook al sta je er dagelijks bij, je kunt het werk niet beïnvloeden of versnellen.
Vertragen lijkt me in dit geval niet aan de orde.
Ook wij rijden in een Volvo, maar hebben ook een -bescheiden- bordje ‘uitrit vrijlaten’ voor het geval dat.
Rotondes zijn ‘in’ en worden op de meest belachelijke plekken- zelfs in Bennekom- aangelegd.
Hoe deden ze dat toch vroeger toen mensen elkaar nog gewoon lieten voorgaan?
In Canada hebben ze er iets op gevonden:
Je plaatst aan het eind van elke straat een bordje ‘ARRET’ en de eerste die stil staat(iedereen houdt zich daar aan, ook als het een zandpad in het woud betreft) mag daarna het kruispunt oversteken.
Nooit problemen, we hebben geen aanrijding gezien.
Was ook geen wonder, want je komt daar af en toe een auto tegen.
Alleen doen de autobanen volop mee in de frustratierace, zodat je uren vast zit en het vliegtuig mist in Montreal.
Dat levert wel een nieuwe levenservaring op, nl het bestaan van een zwerver gedurende een dag en een nacht op een bankje in de hal van het vliegveld.
Ook daar wordt de omgeving van de ‘restroom’ vervuild door piepjes van elektronische apparaten en rijdt de hele nacht een luidruchtige schoonmaakmachine rond die je het liefst mee opveegt.
Daarom, beste Jan Thijs, echt rustig is het zelfs niet meer op de Noordpool.
Ook daar strijden Rusland een Greenpeace om de gas- olie en andere opbrengsten.
In dat licht bezien is het in Noordhorn zo gek nog niet!
En wees eerlijk, deze rotonde ziet er gelikt uit!
Sterkte!
Ettie
Ettie,
Je begint met mijn beschrijving van de toestand in Noordhorn!
De rotondes zijn volgens jou behoorlijk modern.
We moeten net zoals in Canada werken met het bord "ARRET"
Zo komen we in Canada, speciaal in Montreal.
Vervolgens het het slapen op het bankje, zoals dat ook gebeurt bij zwervers.
Daarna ga je over een zandpad in het Canadese woud in je Volvo.
Als je dan een bordje ziet met de Franse tekst "ARRET" sta je alweer stil, terwijl je de hele nacht hoort een luidruchtige schoonmaakmachine, die rondrijdt en je het liefst mee opveegt!
Dus op naar......de noordpool.........waar ook Rusland en Greenpeace bestrijden de stilte en zo bewonder je toch Noordhorn om haar gelikte "rothond...."
Toch heb je goed gemerkt, dat wij als omwonenden niet alleen last hebben van de drukte, waarbij de serviezen in de kasten rammelen en waar de gebittten klappertanden in de nacht en in de glazen met water.
Ook zijn er vergaderingen met verzekeringsagenten en inloopbijeenkomsten.
We zetten, de "speurhond" Jan Blaauw en de "ziedende reporter" Jan de Haan, zoveel mogelijk de veranderingen op de foto vast.
Zelfs met het worstelen door het grasland tot aan de bouwput, met afgeknipte laarzen, die zich vastzuigen in de modder.
We praten met de uitvoerders Janko en de Zwollenaar, die ons vertelt, dat hij bij het thuiskomen met zijn neus ruikt, wat zijn vrouw heeft gekookt die dag.
Dat bij mij is het vermoeden gerezen, dat zijn griep zich heeft herhaald, want hij was niet te zien op het bouwterrein.
Terwijl Janko bij de inloopbijeenkomst beweerde, dat de Zwollenaar helemaal niet voor de tweede keer grieperig was, maar hard werkte op het kantoor.
Terwijl ik daarentegen tegen Janko beweerde, dat de Zwollenaren zich verstopt had op het kantoor voor mij, omdat hij mij had beloofd, dat hij voor mij een GMB- jas zou bestellen en dat deze bestelling nog steeds niet binnen was en hij, als Zwollenaar de bestelling aan de fotograaf van de site over "Noordhorn en bruggen".niet kon overhandigen dat deze fotograaf nog steeds niet gekleed was met baard en zijn nieuwe GMB-jas en................... laat staan zijn witte helm.
In betere tijden bestond nog deze foto van de Zwollenaar en Jan de Haan
(gemaakt deze foto door de hofleverancier JAN BLAAUW)
Het asfalteren op zaterdag volgens mij wel 3 lagen!......Rechts richting Niezijl!
De bak van OOSTERHOF....om je te bescheuren!!.....Ik hoop, dat dat een hunebed wordt met keien die ze hebben gevonden met het graven!
Ik sloop op de bouwput nummer 2....De gelegenheid om een plaat te schieten! Waarom is de bouwput 2 zo anders, dan nummer 1. Over nummer 1 rijdt het verkeer uit Noordhorn naar de brug.
Het terrein rond de bouwput nummer 2!
De hoofdtaak is op zaterdag 30 november het asfalteren.
Het teken van de rotonde in Nederland
De Zweedse benaming!! |
Nu....duidelijker!
Pa met zoon op de fiets!!
Hier houdt plotseling de asfaltlaag op!
De bouwput nummer 2!
Het begin bij het industriegebied!
8 december 2013
UIT DEN ouden DOOS!
ODE
Gierend gilt de drilboor door een harde muur.
’t Ritme van een klas in nood.
’t Proefwerk wordt verstoord, er kijken kind’ren zuur,
Het lawaai is nu te groot.
De vingers in de oren, hoor je even niets.
want het gaat door merg en been.
Je smeekt de leraar of ’t stoppen mag
En daarin sta je niet alleen.
Kom leg nu toch die boor het zwijgen op,
dan lukt het proefwerk maken vast weer tof.
Je kunt zo toch niet werken!
Nee, dit wordt een dikke sof!
’t Ritme van een klas in nood.
’t Proefwerk wordt verstoord, er kijken kind’ren zuur,
Het lawaai is nu te groot.
De vingers in de oren, hoor je even niets.
want het gaat door merg en been.
Je smeekt de leraar of ’t stoppen mag
En daarin sta je niet alleen.
Kom leg nu toch die boor het zwijgen op,
dan lukt het proefwerk maken vast weer tof.
Je kunt zo toch niet werken!
Nee, dit wordt een dikke sof!
Zachtjes dreunt een paal diep in de grond
’t ritme van een donderbus.
De leraar zegt zo af en toe nog wat,
maar weer verbreekt een dreun de rust.
De palen dreunen, ’t is een trieste dag.
Hoor, daar gaat er al weer een.
De leraar weet nu alles van een tegenslag.
’t Is een paal die in de grond verdween.
Kom, dreun de hele dag maar lekker door.
zorg dat ’t gedreun bij ons de les verstoort.
Na deze paal een ander,
want ik hou van kabaal.
’t ritme van een donderbus.
De leraar zegt zo af en toe nog wat,
maar weer verbreekt een dreun de rust.
De palen dreunen, ’t is een trieste dag.
Hoor, daar gaat er al weer een.
De leraar weet nu alles van een tegenslag.
’t Is een paal die in de grond verdween.
Kom, dreun de hele dag maar lekker door.
zorg dat ’t gedreun bij ons de les verstoort.
Na deze paal een ander,
want ik hou van kabaal.
Zachtjes lopen leerlingen door nieuwbouw heen.
ze stikken van nieuwsgierigheid.
Daar hangt een spuitbus aan de muur ziet een feit
vooruit dus spuiten met die geit.
Hij dacht: “Dat oude ding dat werkt niet meer.
Ik dreig er dus alleen wat mee”.
Maar toen hij daarna naar de handle greep.
bleek toch dat ’t ding ’t wel deed.
’t Poeder spoot door gang en trapportaal.
De spuiter en kornuiten schrokken allemaal.
Ze dachten: Ik stik hier”.
en gingen toen gauw heen,
ze stikken van nieuwsgierigheid.
Daar hangt een spuitbus aan de muur ziet een feit
vooruit dus spuiten met die geit.
Hij dacht: “Dat oude ding dat werkt niet meer.
Ik dreig er dus alleen wat mee”.
Maar toen hij daarna naar de handle greep.
bleek toch dat ’t ding ’t wel deed.
’t Poeder spoot door gang en trapportaal.
De spuiter en kornuiten schrokken allemaal.
Ze dachten: Ik stik hier”.
en gingen toen gauw heen,
Zachtjes zeurt beneden nog een cirkelzaag
’t Ritme van een les verstoord,
Een leerling kijkt nog even op, wat vaag
en hoopt dat er straks nog wordt geboord.
De nieuwbouw vordert nu van dag tot dag.
De schilders zijn nu ook geweest.
Er loopt een electricienne met een brede lach.
het is een vrouw, dat is een feest.
Kom. We springen op wat planken nog.
die buigen eerst maar zullen knappen toch.
Een opperman wordt rood,
maar ja, wij springen lekker toch.
’t Ritme van een les verstoord,
Een leerling kijkt nog even op, wat vaag
en hoopt dat er straks nog wordt geboord.
De nieuwbouw vordert nu van dag tot dag.
De schilders zijn nu ook geweest.
Er loopt een electricienne met een brede lach.
het is een vrouw, dat is een feest.
Kom. We springen op wat planken nog.
die buigen eerst maar zullen knappen toch.
Een opperman wordt rood,
maar ja, wij springen lekker toch.
Er is nu al weer ruim een jaar voorbij.
het is nu eindelijk voor elkaar.
Het heien, zagen, boren, ja dat hoort erbij.
En wij waren met zessen klaar.
Soms had je toch wel nodig veel geduld.
We kregen les soms op de grond.
We gaven van alles iedereen de schuld,
Totdat het nieuw gebouw er stond.
Kom zie nu eens, hoe mooi het is.
Het was voor iedereen een hele klus gewis.
Wij zullen dit nu vieren,
Want die klus is nu geklaard.
het is nu eindelijk voor elkaar.
Het heien, zagen, boren, ja dat hoort erbij.
En wij waren met zessen klaar.
Soms had je toch wel nodig veel geduld.
We kregen les soms op de grond.
We gaven van alles iedereen de schuld,
Totdat het nieuw gebouw er stond.
Kom zie nu eens, hoe mooi het is.
Het was voor iedereen een hele klus gewis.
Wij zullen dit nu vieren,
Want die klus is nu geklaard.
Ja, gierend ging de drilboor door een dikke muur.
’ t Ritme van een klas in nood.
’t Proefwerk werd verstoord.
Er keken kind’ren zuur.
Wij zijn nu uit de nood.
’ t Ritme van een klas in nood.
’t Proefwerk werd verstoord.
Er keken kind’ren zuur.
Wij zijn nu uit de nood.
P.S. Dit maakten wij mee op de school in Grijpskerk indertijd!
Vergadering over de rechtsbijstand
DE BELIJNING
Dat wat nog op zondag op het programma stond
Rond de rotonde!
Als je de rotonde nadert!
Een toeschouwer raakt in een gesprek verwikkeld!........Deze keer geen VOLVO maar een VOLKSWAGEN!
De belijning loopt tot achterin Noordhorn!
De bouwput nummer 2 zonder activiteit!
![]() |
![]() |
Bijschrift toevoegen |
DE FOTOGRAAF
![]() |
DE MIDHORNER!! 12 december 2013 Staat deze bril Inge wel?
U krijgt meer dan 60 eerlijke antwoorden!!
Even jullie mening horen.
Bij facebook zijn ze zo geschrokken van deze foto, dat ze deze plaat hebben verwijderd.Staat zo n bril mij wel? Wel graag eerlijk antwoorden!! Daarmee heb ik bewezen, dat het niet ligt aan jouw bril, maar aan je uiterlijk!.......Hoe lang kun je dat volhouden. Je staat al op ruim 60....en dat heeft niets te maken met je leeftijd. Er zijn meer dan 60 mensen, die jou met jouw bril bewonderen. Grappig, dat je zegt: "Wel graag eerlijk antwoorden! Dat betekent, dat die 60 mensen, die je bril leuk vinden, nog eerlijk zijn bovendien!! Eigenlijk ben ik een liegbeest!!! Foto's genaakt op 2 december 2013 oom JAN THIJS DE HAAN Een praatje met de kraanmachinist! In de bouwput wordt gewerkt! Langs de bouwput! De diepte is behoorlijk! In een metalen mandje brengt de kraan zand in de bouwput! Bij de tweede bouwput zijn beschoeiingen voor het storten van breton.......De dikte is aanzienlijk! Het asfalteren van de Mokkenburgweg naar het fietspad> Naast de rotonde wordt het overbodige asfalt verwijderd en afgevoerd! De aansluiting van de rotonde met het tunnelgedeelte Het verwijderen van het overbodige asfalt langs de rotonde! Het einde van de tunnel! Het graven bij het uiteinde van de tunnel! De bekisting voor het breton! Vooraan begint de tunnel Op het bouwputterrein nummer 2! De reclamebak stond op de rotonde, maar wordt verwijderd.....Ik hoop, dat ze op het middelpunt de keien deponeren! De aansluiting aan de tunnelweg! Langs het kanaal bij de hoge weg!.....Ze verlengen het bypass fietspad! De verlenging onder de verhoging van de N3555 Ook een boom werd gesneuveld voor de verlenging van het fietspad!
13 december 2013
Jan Thijs,
Bedankt voor je fotobericht! Had je al een poosje gemist (in het straatbeeld). Eigenlijk kun jij je zo’n time out tijdens het “Project enz.” natuurlijk niet veroorloven! Als “ogen en oren” van Midhorn ben jij onvervangbaar! Vandaar: Snelle beterschap gewenst, van harte!
Hartelijke groet,
JanB
Ettie de vries LINK: Nienke Oostenrijk, mijn ex- leerling Gemaakt op 3 december 2013
De kraan!
Van de kraanchauffeur ging het verhaal, dat hij een pakje shag, dat voor mijn voeten lag, oppikte en bracht naar de bouwpunt.
Nu legt hij een metalen bakje voor de graver, die vult de metalen bak, waarop hij hangt door de lucht en wordt gedeponeerd in de bouwput nummer 2.
Daar werken ze met met af!
Bij de tweede bouwput.
Van het hout maken ze bekisting!
Waarvoor dienen de dwarse schotten!
Die dwarse schotten maken een compartiment in de bouwput!
Ze ruimen stukken asfalt op!
Het kantoorvolk neemt een kijkje of ze zijn aan het inspecteren!
Handen in de zakken en maar overleggen!
Een gepensioneerde wandelaar inspecteert het opruimen van asfaltbrokken!
Pech onderweg?!.............Botsing.........Een ontmoeting......Een spitsuur!
Er wordt zand geloosd bij de kraan bestemd voor de bouwput nummer 1!
Het volk van het kantoor?!Deze werker houdt zich wat afzijdig! Zijn bezigheid is belangrijker! ...en waarom, dat zie je nu! Zij kijken blijkbaar in de diepte van de put! De chauffeur zit nog lekker op zijn berg zand bij de kraan! Het overzicht van de machinist over de bouwput nummer 1! Zie je de lege metalen mand? Hij zweeft naar de diepte! Daar komt hij! De asfaltvervoerder en de asfaltgraver! Let op de rotonde! De Oosterhofreclame is weg getild.....komt nu de hunebed met de hondsrugkeien? Het uitzicht over de bouwput nummer 2......eigenlijk het begin van de tunnel! Met man en macht! Klaar maken voor het storten van het beton (C'est la musique) Alweer kantoorpersoneel! Er wordt gezwaaid! De compartimenten.....het heeft te maken met storten van beton!
14 december 2013
Gemaakt op 4 december 2013Hoi Jan Thijs, Nu maar op knappen na je operatie. Even pas op de plaats. Pas je goed op jezelf! Geen gekke dingen doen . Gelukkig komen de feestdagen er aan,dus zal het werk in jullie dorp wel stil liggen. Heb jij even rust als verspieder en journalist. Heb je de tijd om weer tot rust te komen,na je behandeling. Liefs en groeten voor jullie allemaal!
Zodra je weer op de been bent sta je er weer.
Pas goed op jezelf.
…..en beterschap natuurlijk.
Ettie de Vries
Geachte heer, mevrouw,
Recentelijk ontving u, zoals u inmiddels van ons gewend bent, het weekoverzicht van de werkzaamheden.
Hierin ontbreekt de aankondiging van de heiwerkzaamheden aan de noordelijke pijler van de nieuwe vaste brug over het van Starkenborghkanaal te Noordhorn. Onze excuses daarvoor.
De werkzaamheden starten aanstaande donderdag, 12 december en eindigen in de tweede week van januari.
Gedurende de kerstvakantie, 23 december tot en met 3 januari 2014, wordt niet geheid.
Met de direct aanwonenden wordt persoonlijk contact opgenomen door de medewerkers van GMB.
Na het afronden van de heiwerkzaamheden aan de noordkant van het kanaal wordt de heimachine over het water naar de zuidzijde gebracht. Daar worden vervolgens de damwanden voor de zuidelijke pijler aangebracht. Deze werkzaamheden duren ongeveer twee weken.
Begin februari starten de heiwerkzaamheden voor de landhoofden van de brug.
In geval van calamiteiten is GMB bereikbaar op telefoonnummer 06 - 53 58 71 59 (ook tijdens de kerstvakantie).
Met vriendelijke groet,
Bert Liewes
Op de zandbult bij de bouwput nummer 1.....en het zand bij zich schrapen! De mand vullen voor de bouwput! De bekisting .....ook in de bouwput nummer 1 Bouwput nummer 2...De bekisting is bijna klaar! Kijk maar! Overbodig asfalt opruimen! Het begin van de tunnel aansluitend bij de rotonde! De blauwe kapitein helpt een handje mee! In de bouwput nummer 1! De keien ......Volgens mij bestemd voor de rotonde! Het begin van de tunnel! De bouwput nummer 2!.....met officials?! De ROTONDE Deze foto nam ik vanaf het huisje van HEKKEMA aan de Mokkenburgweg!
Vanuit het industrieterrein zag ik de kraan....hij lag bijna horizontaal.....
Ik dacht: "Ze gaan hem weer inpakken"
Maar toen ik de foto had gemaakt. nam de kraan de verticale positie weer in.
Je ziet hem weer stijgen..........
Een troon die jezelf ondergraaft........!Waarom deze manoevre..... Joost............ Deze bom kwam plotseling uit de lucht vallen.............! De dagtaak zit erop! Het is tegen 4 uur. Ze gaan nu naar huis! Binnen op de begane grond!
15 december 2013
Op vrijdag 6-12-2013 zijn we naar het ziekenhuis getogen met de Volkswagen.
We hadden gelezen in een brief, dat volgens de politie onze auto was gesignaleerd in Deventer en er hoorde ook een bekeuring bij, allemaal beschreven in de brief.
Helaas zijn we ons helemaal niet bewust van een reisje naar Deventer.
Marthijs zal zich over deze bekeuring ontfermen en ermee afwerken.
Op deze manier kunnen we ons concentreren op ons bezoek naar het academisch ziekenhuis.
Ze zullen mij voorbereiden op een operatie van een liesbreuk, die er al een paar jaar heeft gezeten en zonder pijn.
Ondertussen was de liesbreuk behoorlijk redelijk zichtbaar.
Er moest nu wel iets aan gedaan worden.
De huisarts met de toepasselijke naam SlAGTER inspecteerde de liesbreuk en vond hem geschikt om wat beter over het lichaam verspreid worden.
Ik was rechtsdragend en Slachter presteerde zelfs de liesbreuk terug te drukken.
Nou, dat kon je wel voelen.
Ze vond toch, dat een operatie best kon en ze maakte een afspraak voor mij voor een operatie in het acadenisch, omdat zij alle gegevens toch al hadden.
Er volgde in het voorjaar een onderzoek in het academisch ziekenhuis.
Ik werd onderzocht bij een vrouwelijke arts, die leek erg op een collega van mijn vroegere school.
Kortom ze had kennelijk iets bekends en ik gaf me aan haar over.
Volgens mij probeerde zij ook al de zaak terug te duwen.
Uiteindelijk vond zij dat een operatie wel kon.
Dus ik moest er wel aan geloven.
Eigenlijk was het voor mijn gevoel meer een kosmetische operatie en stemde er ook mee in.
Ik wachtte vervolgens op een uitnodiging.
Ze hadden gewaarschuwd, dat de operatie wat uitgesteld zou worden.
Ik kon wel rekenen op in de buurt van augustus.
Dus elke maand verwachtte ik de uitnodiging.
Het werd september:
Lauwloene!
Oktober:
Niets.
Langzamerhand zei je alle afspraken af, want binnenkort zou de operatie komen.
November werd het ook niet en december zat stikvol met feestdagen.
Het zal wel volgend jaar een feit worden.
Ze werkten in december aan de tunnel en het ging nu al aardig snel.
Daar wilde ik graag toch bij zijn.
Dan komt rond de verjaardag van Nicolaas de uitnodiging van het academisch ziekenhuis.
Op vrijdag 6 december word ik verwacht en de operatie is gepland op maandag 9 december.
Betekent dat ik twee dagen in het ziekenhuis moet omhangen, voordat het feit er is.
Dat lijkt me niet zo nodig.
In mijn omgeving zeggen ze, dat ik op vrijdag tegen de avond weer naar huiskan en dat ik op zondagavond weer in het ziekenhuis wordt verwacht.
Ik zoek de dingen, die ik meenemen wil om te gebruiken:
Een leesboek van MAK, tekenpapier, kleurpotloden, zwarte potloden.
Ik pieker over het fototoestel, moet ik dat apparaat meenemen of thuis laten, opdat ze thuis bepaalde dingen op de plaat zet in de omgeving van de Langestraat, drukte genoeg!
Bovendien misschien vinden ze het in het ziekenhuis niet het toegestaan om iets te fotograferen.
Op vrijdag reizen we af naar het ziekenhuis.
We moeten een beetje bloed afgeven op de prikpolie.
Dat is zo klaar, dan gaan we naar operatieafdeling , etage nummer 2.
Daar moeten we gaan zitten.
Er komt in de eerste plaats een broeder met een vragenformulier om in te vullen.
Er zit iemand, die ook wacht tot hij wordt geholpen.
Af en toe speelt hij met de telefoon kennelijk uit verveling.
Ik begrijp zijn verveling.
Ik zie bij de tijdschriften alleen Libelles of Margrieten.
Die hebben niets om te lezen en alleen om te bekijken, maar 1 plaatje is wel genoeg.
De aanleiding weet ik niet meer, maar hij begint plotseling te praten.
Voor welke operatie komt hij hier?
Er kan een pen uit zijn lichaam.
Hij had die in zijn lichaam door het ongeluk.
Hij was op zijn brommer, een pizzabrommer onder een bestelauto geschoven met het gevolg, dat er een pen de zaak bijeen hield.
Deze pen moest er nu uit.
Hij woonde nog bij zijn moeder, die niet met hem mee was gegaan om wat gezelschap te schenken en een vriendin kwam ook niet im frage.
Kortom, hij leek een beetje eenzaam, tenminste die indruk hadden wij.
Toch zocht hij bij ons gezelschap.
Ik luisterde maar met een half oor naar zijn relaas, want mijn gedachten bleven hangen met de co- assistent, die zou nu komen voor een onderzoek.
Deze co- assistent wilde een goede indruk maken.
Hij was zeer beleefd bij alles wat hij moest doen, wat bestond uit kloppen op de bost, de zij en zulke dingen en het verwijzen naar het rechtsgedragen bultje.
Zelfs aan de voeten werd door hem geklopt.
Ik kon me weer aantrekken.
Hij sprak nog over mijn kamer, dat is een éénpersoonskamer.
We vulden hierna de voorkeur voor etenswaren e.d.
Het wachten was nu het bezoek van zaalarts of de operatiedokter , dat was achteraf niet helemaal zeker.
Dus dat betekende wachten!
De pizzabrenger was nog steeds in de wachtkamer.
Hij vertelde van zijn werk als pizzabezorger en dat hij kon invallen als hij klaar was in het ziekenhuis.
Ook moest hij op zondagavond present zijn.
Tenslotte na weer lang wachten kwam de operatiedokter en met hem de co- assistent.
Hij stelde vragen over de liesbreuk, of hij pijn deed, enzovoort.
Bovendien bereidde me op een pijngevoel na de operatie voor, een pijn die nog langer kon bleef hangen.
Dat was het, o nee
Heleen moest bij 1 spuitje, op mij uitgeprobeerd, laten zien, dat ze dat wel kon.
Daarna liepen we langs de apotheek om via het recept de spuiten af te halen.
Het wachten duurde daar ook behoorlijk.
Het werd al donker.
We vertrokken naar huis.
Daar vertelde Marthijs, dat hij de bekeuring had ontmaskerd.
De bekeuring behoorde niet bij onze auto.
We gingen warm eten.
Het vervolg is op maandag.
Het tijdstip is ons ontgaan, maar dat merken we nog wel!
Een paar dagen na de operatie kregen we van de politie een excuusbrief: Stel, dat we de bekeuring toch moesten betalen en.............. de nasleep die het kan hebben. Dat doet me een beetje denken aan Kafka! Daar is de betonwagen! Waar blijft het? Welk bedrijf? De slang loopt door in tot in de bouwput! De kraan 1 is platgelegd, terwijl de kraan 2 recht overeind staat! Ik sta hier bij de Schipperstraat. Je kunt hier oversteken bij de N3555 achter de rotonde! Het linkergedeelte moet weggehaald worden nog! Het linkergedeelte heeft nog een functie! De tunnel komt hier tot bij de rotonde! De bouwput nummer 2! De verruiming ligt hier nog onberoerd, maar de MVD-boot ligt klaar voor de hapklare brokken! Dan wordt het kanaal behoorlijk breed! Klaar voor de aanval............de verruiming wordt dan een verrijking en tevens...... een verrukking!
16- 12- 2013
Ijzeren vlechtwerk en een wagen met benzine!
Draaien en keren! Allemaal van achter het venster. Ik ben nog niet buiten geweest. Als ik binnenkort kan bewegen, dan maak ik wel enkele foto's. Voorlopig is mijn rechterzij behoorlijk stijf en wat pijnlijk! Bij de bouwput ligt het ijzeren vlechtwerk in alle lengtes en vormen! Je ziet wat zakken met cadeaus. Helaas is de kraan niet klaar om te werken. Hij ligt er uitgestrekt bij!
De bouwput nummer 1, er liggen matten op de vloer!
De achterkant hebben ze verder uitgegraven!
Het overzicht!, met de bekisting het ijzeren vlechtwerk als vloerbedekking!Achterin de bouwput nummer 1, zelfs de kraan ligt daar nog languit! Biouwput nummer 2. Zij ziet er heel anders uit met de oranje compartiment! Vanuit een andere positie! Achter de oranje compartiment een grijs gedeelte en daarna een gedeelte met ijzeren vlechtwerk? De kraan geveld! Op de zondag 15 december een korte loop buiten langs de bouwputten! Op maandag 16 december is de verbouwing bij de buurman Wieringa met kozijnen en dubbele ramen Zij manouvreren zich op zijn oprit! Buurman Willem in een nieuwe jas getrokken maar in deze tijd, december, met open ramen, enz. DE MIDHORNER!
Folkert de Haan (Ouwe Haan)
DIK EN DUN 1985
Schoolkrant MAVO
Noordhorn
Het stormt zwaar……
Zeker de kale Friese weilanden, waardoor Kor en ik onze weg zoeken over de hoge dijk. We hangen tegen de wind…. Zwarte wolken jagen boven ons voort. De bomen langs de weg krommen zich onder het geweld van de wind en de takken kraken. De verre boerderijen steken zwart af tegen de toch al zo donkere lucht. Mistroostig staan ze erbij… Het is geen pretje dat zwoegen en sjouwen tegen die harde wind in. Zeker niet met die bengelende tas in mijn hand. Kor heeft het aardig wat gemakkelijker. Hij draagt op zijn rug een tankje van vier liter. Onder zijn jas. Natuurlijk onder zijn jas. Het is de oorlog….. De moffen zijn de baas. Al jaren…. Er is van alles te weinig en wat er is, is nog op de bon ook. Een melk is er nooit genoeg. Daarom sjouwen Kor en ik elke week drie keer naar een paar boeren. Eigenlijk mag dat niet, maar er is zoveel wat niet mag. Deze boer woont ver van het stadje, waarin we wonen. Het is nog een kwaaie boer ook. Een beer van een kerel… Nee, leuk is dit tochtje niet. “s Zomers en in het voorjaar met al die vogels om je heen is er altijd wel wat te beleven, maar nu is het koud en guur en snijdt de wind door je kleren. Hopelijk staan er op de terugweg geen landwachten te controleren. Doerakken zijn het. Verraders….. Nog erger zijn ze dan die moffen. We komen bij de kromming van de weg. Het wordt nu wat gemakkelijker. De wind komt van opzij De staldeur slaat Kor met een smak uit de handen… Een harde roep klinkt op van tussen de koeienlijven. De boer……… Nijdigheid klinkt in zijn roep. Kor en ik laten ons onderuit zakken op de krakkemikkige bank, die achter de koebeesten tegen de stalmuur staat. Hier is het behaaglijk in het schemerige licht van de stal. De koeien vreten vredig hun hooi. De boer zit wat verderop onder een koe en de arbeider zit helemaal bovenaan te melken. Een vochtige geur van mest en melk hangt zwaar boven de beesten. Ik kijk met ontzag naar de grote knuisten van de boer, die met gemak de spenen van de koe omspannen. Zijn kop hangt tegen de schoft van het beest. De boer zwijgt. Zijn grote handen grijpen maar. Wat een knuisten…. De melk spuit in de emmer. Een kraag schuim komt steeds hoger. Dan is het gebeurd… Wat stijf hijst de boer zich onhoog, komt dan vervaarlijk groot met schamel en emmer over de groep. Zonder praten beent hij achter de beesten langs…Kor en ik komen in beweging. De hengsels van mijn tas snoeren in mijn handen. In die tas zit een blauw kruikje. In witte letters staat erop: 2 liter. Dan nog 2 flessen met kurken erop. Om die flessen heb ik een paar oude doeken gewikkeld. Dat is om het kapot stoten te voorkomen.
Straks als we teruggaan hebben we wel kind in de rug, maar dan wordt het snel kouder en donker. Bovendien wegen de liters melk die we dragen steeds zwaarder.
De warmte va de stal is behaaglijk. Op de bank achter de zware koeien lijven zit het best. Je moet nu niet gaan denken aan die lange weg terug. In de kou… Met al dure liters melk… Met die allerongelukkigste tas.
Na ruim een kwartier staan we dan toch weer buiten.
De wind waait harder. Het wordt knap koud. De duisternis valt over de witte wereld. We naderen het stadje gelukkig. Over een kwartier zijn we thuis. Lekker bij de warme kachel. Dan opeens… ’t Is om je dood te schrikken. Vanachter een dikke boom stappen twee mannen naar voren. Zwarte uniformen, een jachtgeweer op de rug. Landwachters… Zijn we er dan toch ingelopen? Meestal gaan we langs een sluipweg het stadje binnen. Vanavond niet, we namen gewoon de straatweg. Wie rekent er nu op dat in zo’n ijzige vrieskou en met zo’n harde dure wind er nog landwachters langs de straatweg staan? De een wijst naar mijn tas. Die moet ik openmaken en wat eruit halen. Naar Kor kijken ze niet. Dat hij een plat tankje op zijn rug heeft met vier liter melk erin is door zijn dikke jas ook niet te zie. Ik heb zwaar het land…. Alles weg… De kruik, de flessen, de melk. Met bevende handen til ik het kruikje uit de tas. Een van de landwachters heeft het zo te pakken met zijn grijpgrage handen. Dat ben ik alvast kwijt. De landwacht grijnst gemeen. Dan til ik de twee flessen met de oude doeken er omheen uit de tas.
Dan gebeurt het.
Mijn handen krampen nog om de flessenhalzen, maar er is geen houden meer aan. Ze pakken haast gelijktijdig uit de doeken en vallen met een plof op de straatstenen. De melk spat op. De landwachters springen opzij. Ik zet het op een lopen. Kor komt achter me aan. Luide stemmen schreeuwen achter ons. Een schot hagel verdwijnt in de kruinen van de bomen. Schieten ze ook nog!
De volgende morgen heb ik het land.
Vader en moeder waren na mijn verhaal blij, dat ik heelhuids thuis was. Ik had niet weg moeten hollen. Stel je voor, dat ik dat schot hagel in mijn achterwerk gekregen had. Als ik het schoolplein oploop drommen de jongens en de meisjes om me heen. Ik zie ook Kor die voor de zoveelste keer zijn verhaal doet. “Nou jij durft zeg “, hoor ik van alle kanten. "Zo maar die flessen melk kapot gooien voor de ogen van een stel gemene landwachten!” Bewonderend kijkt iedereen mij aan. Ik ben een held en dat laat ik zo, maar ik weet wel beter.
En held…
Ja, maar dan op sokken! Waren die flessen niet uit pure zenuwen door mijn vingers geglipt?
Folkert de Haan (Ouwe Haan)
Dik en dun 1985
Schoolkrant mavo
Noordhorn
De kozijnen liggen klaar aan de voorkant van het huis van buurman Wieringa!
Aan de zijkant liggen ook de kozijnen klaar voor het plaatsen!
Dit raam is klaar.
Het krijgt van mij een voldoende.......... netjes!
Het bedrijf, dat tekent voor het aannemen van de klus van het huis van Wieringa!
Kozijnen en ruiten en later volgt de klus betreffende het dak
Het huis van buurman Wieringa frontaal met de kozijnen!
Naast de bouwput nummer 1 zijn de metaalvlechters bezig!
Het gezicht wordt beschermd tegen het weer!
Kennelijk is het weer enigszins guur!
Ze lijken op mieren!
Blijkbaar weten zij wat ze doen, maar als buitenstander schudt je hoofd weer!
Achterin de bouwput nummer 1.
Daar wordt knap gegraven!
Het overzicht!
Met de zoomer naar beneden gedaald!
De bouwput nummer 2!
De restant van de bekleding van de rotonde!
De asfaltaansluiting met de Schipperstraat!
De afsluiting van de rotonde naar de tunnel!
Het begin van de tunnel!
Hier begint de vlechtwerk van de tunnel!
Het werk in de bouwput van nummer 2!
Het overzicht!
Weer bij de bouwput nummer1!
De activiteit achterin de bouwput nummer 1
De kraan doet ook weer mee!
Buurman Wieringa maakt een rondje voor de controle.
Staat het goed ?
De vlechters gaan gewoon door!
De zijkant van buurman Wieringa!
19 december 2013
4 november 1963.
De wereld is erg klein. Dichte mist.
Daarom mijzelf de eerste twee uur vrijaf gegeven.
Handwerken is niet mijn favoriete vak.
Bovendien heb ik een trein nodig die licht en warmte aan boord heeft om mijn huiswerk te maken.
Dat is niet altijd het geval in de oude trein van half 8.
Aangekomen op school staan er leerlingen voor de school op het trottoir met elkaar te praten.
Op zich niks bijzonders, maar er komen door het smalle gangetje steeds meer leerlingen naar buiten.
Het is tijd voor de eerste pauze.
Al snel blijkt dat er iets onwaarschijnlijks is gebeurd.
Daarom ga ik maar op onderzoek uit.
Ik snel de trap op naar de lerarenkamer, ruk de deur open en informeer naar wat er is gebeurd.
Iedereen daarbinnen staat wat verdwaasd voor zich uit te staren en er geeft niemand antwoord op mijn vraag.
Mij wordt meegedeeld dat er een ongeluk is gebeurd en er nog geen duidelijkheid is over eventuele betrokkenen daarbij.
Met dat gegeven loop ik naar de trein om me af te vragen wat er nu eigenlijk aan de hand is.
Gedurende de rit van 45 minuten praat ik met andere schoolgenoten die met dezelfde trein reizen over wat eigenlijk?
Thuis aangekomen staat mijn vader nietsvermoedend achter de toonbank van onze winkel.
Ik vertel hem wat ik weet en niet weet.
Mijn vader pakt de telefoon om meer duidelijkheid te krijgen.
Hij belt daarom verschillende ziekenhuizen af in de buurt van het ongeluk en krijgt vanuit Assen te horen dat er 6 slachtoffers zijn gearriveerd, waaronder ook mijn zusje.
Ik mag wel zeggen dat dat is ingeslagen als een bom!
In 1961 hebben we mijn moeder begraven, omdat ze was gestorven aan kanker.
In 1962 was mijn oma- die bij ons woonde omdat ze niet meer alleen kon zijn- aan de beurt en nu dit.
Te veel om te bevatten en in trance met de taxi naar Assen.
Daar worden we een zaaltje binnengeleid, waarin 6 brancards staan, met daarop lichamen bedekt met een wit laken.
Aan de grote teen hangt een kaartje met de naam erop van degene die onder dat laken ligt(je komt het nog wel tegen bij crimiseries).
Vrijwel ongeschonden met alleen een paar blauwe plekken ligt mijn zusje erbij.
Het gat in haar achterhoofd is haar fataal geworden.
Onbegrijpelijk dat ze dood is.
Mijn vader is een gebroken man en ons gezin- van wat er nog van over is- is voorgoed uit elkaar gevallen.
Met mijn broer Jan- die in Amsterdam aan de VU studeert- houd ik contact.
We hebben alleen- en gelukkig nog steeds- elkaar nog.
Destijds wilde ik niks weten/lezen over wat er was gebeurd.
Te veel om te bevatten, denk ik.
Ik had me volledig afgeschermd en er werd ook nooit meer over gesproken.
Dat vond ik toen wel best zo.
Het was een manier van overleven.
We hadden niemand nodig en rooiden het wel met onze klassenvrienden.
Rebels, ja, ongeinteresseerd en op onze eigen manier.
We voelden ons aan ons lot overgelaten.
Het splitsen van de groep heeft niet kunnen voorkomen dat we elkaar niet meer steunden/opzochten.
Integendeel!
Nu- zoals meerderen heb ik begrepen- wil ik wel weten wat er destijds heeft plaatsgevonden.
Het houdt me weer bezig, omdat de hulpverlening zo gebrekkig was.
In deze tijd zou dat toch anders zijn aangepakt.
Het heeft weinig zin om te bedenken dat er misschien levens gered hadden kunnen worden.
Of ik er beter van ben geworden betwijfel ik.
Nu ik sommige details ken begrijp ik heel goed dat dat er toen niet meer bij kon.
Van de herdenkingen weet ik alleen dat ik me er totaal niet bij betrokken voelde en mezelf zag als een soort van toeschouwer.
Ik weet alleen dat ik bij de begrafenis van Lies ben geweest.
Ze was de hartsvriendin van mijn zusje Ammie.
Ze waren zo hecht dat ze zelfs samen dood gingen.
Bij Hiske ging ik elke maandag huiswerk brengen thuis in Haren, nadat ze uit het ziekenhuis was ontslagen en bleef daar dan een nachtje slapen.
Met Hiske en John heb ik in de jaren daarna nog regelmatig contact gehad, evenals met een aantal andere klasgenoten waarmee we om de vijf jaar een reuniet hielden om te praten over toen en nu.
Dat is de laatste 10 jaar minder geworden en nu zie en spreek ik ook verder niemand meer.
Alles is gezegd, denk ik.
Ettie de Vries
De journalist JAN BLAAUW uit Noordhorn
Op zoek naar zijn CANON terwijl ik nader.
Als dat maar een succes wordt
Van de GMB voor de holbewoners aan de Langestraat!
Buurman Wieringa, de familie De Haan.
Van Bennie en Titia Kok weten we niet.
Van de familie Kooi weten we ook niet!
Een fles en een Wegge gebracht aan de deur!
Vandaar de mierenkolonie in de bouwput nummer 1
Tot aan het einde dag werken ze alles klaar voor de betondag:
MORGEN BETONDAG
20 december 2013
De volgende dag:
BETONDAG
De volgende dag heeft zich reeds aangekondigd!
Kijlstra heeft zich laten zien:
c'est la musique!
Het wordt steeds helderder!
Zelfs de tuin van buurman Wieringa wordt gebruikt al parkeerterrein!
Apparaten voor de bouwput nummer 1!
De aannemer die bezig is met het huis van buurman Wieringa!
De voorkant!
Opzij is klaar!
Buurman Wieringa heeft een opzichter van de provincie op bezoek!
Ik nodig de man om onze woning ook even te pakken!
Helaas hij lacht zuurzoet!
In de bouwput!
Het beton ligt te rijpen !
Even heen en weerlopen!
C'est le beton qui fait la musique!
La musique invite les GMB-hommes!
In put 2 gebeurt niets meer!
Hoe sterk is de eenzame fietser die krom gebogen over zijn stuur tegen de wind
Zichzelf een weg baant De zon schijnt er is geen reden Met rotweer en de harde wind
De Noordhorner op de fiets in Midhorn.
Hij is zwaar gewapend!
Hij meldt, dat hij gaat langs het kanaal bij de hoge weg.
Dat kan ook nog wel op donderdag!
Vrijdag kerstvakantie voor de GMB- ers!
Dus ook voor de journalisten, die rond de GMB zwerven!
Richting Niezijl!
Op de Mokkenburgweg!
Er wordt een geul gemaakt, opdat het water beter rondloopt!
Deze geul bedoel ik!
De Mokkenburgweg!
Bij de eenzame bewoner!
Het begin bij de tunnel bouwput nummer 2!
Geen riet maar vlechtwerk!
Bij vlechtwerk behoort ook beton!
C'est la musique de Kijlstra!
De vlechtwerkers!
Het uitzicht!
Ook de voorkant heeft nieuwe kozijnen en ramen!
21 december 2013
Hoiii Pa,
-KERSTLAND-Ben je alweer een beetje de oude? Wat een mooie kozijnen krijgt Willem. Wel apart dat ze het ventilatieding zie foto (die bak tussen de ramen in) niet boven aan het bovenste raam plaatsen? Zoals het nu is, had ik persoonlijk niet mooi gevonden. Wat jij? xxx LIET Een jongetje in Amerika in de buurt van Los Angelos is er zo ontzettend zat van.
Hij krijgt nooit wat van de kerstman.
Hij gaat niet naar school, voordat ie gekregen heeft, wat ie juist wou hebben.
Hij wil een bestuurbare auto hebben, maar hij heeft hem nog steeds niet gekregen.
Hij is aardig slim, want hij maakt ervan, dat ie niet naar school kan ( Dan hoort ie niet wat de andere kinderen zeggen, wat ze allemaal gekregen hebben)
Dus gaat ie niet naar school, maar op de wc zitten met de deur op slot.
Op een morgen komt ie uit bed met een hongerig gevoel van binnen.
Ook al heeft hij geen zin aan een bordje Corn Flakes.
Hij eet toch wat.
Daarna kleedt hij zich aan en trekt zijn muts over zijn hoofd en trekt zijn jas aan.
Hij gaat de kerstman opzoeken.
Hij denkt:
"Nu zal ik ook wat zeggen".
Hij ziet de kerstman lopen bij een winkel genaamd:
"Sherlock Holmes", een sigarenwinkeltje.
Hij steekt de supergevaarlijke straat over.
Ja hoor, eindelijk, hij is er.
"Hondelul, sucker, vieze achterbakse ingeblikte suikerbiet, knakworst, ingepeperde, ingeblikte kikker.
En zo:
Hij kreeg een bestuurbare auto.
CHM de Haan
Productions (c) copyright 1990
De opruimdag.
Alle overbodige borden moeten verwijderd met het oog op de jaarwisseling!
Weer een betonmail maakt contact!
Het wordt hier zelfs rustig!
De BLAUWE ENGEL krijgt een schoonmaakbeurt van de kapitein!
Het huis schiet lekker op...later krijgt het dak ook nog een beurt!........
Ik ben benieuwd welke kleuren ze gaan gebruiken!
Dit is het moederschip...........en een betonmolen steekt zijn neus er zo maar in!
De VOLVO maakt weer ruimte voor de tunnel
Een overzicht van de bouwput nummer 1!
De bouwput nummer 2!
Daar hebben ze al kerstvakantie!
Bij Kruizinga wordt nog gemeten!
Deze betonmolen steekt zijn gat in het moederschip!
In de slagorde!
Het huis van de buurman aan de zuidkant!
Achter het huis van de buurman wordt gewerkt!
De HOGE WEG!
De heimachine en de palen om er op te heien!
De overkant met een schip in between!
De opruimer!
De kraan langs het kanaal!
De by- pass in verband met de kraan!
Een grappige belichting.....puur natuur!
22 december 2013
Vroeg dag vandaag!
Hoe weet je dat beton mannelijk is?
Arme buurman Wieringa.
Stond jouw huis nu maar op zijn plek!
Wat moet jij nu doen tijdens de kerstvakantie?
Gewoon achter de geraniums?
Of ga je abseilen in de bouwput voor de details?
Ettie
Ettie.
Zeker ben ik nu ongeveer om zeven uur wel wakker.
Dat heeft te maken met mijn breuk.
Langzaam wordt het geheel wat beter.
Bij mij kan het trouwens niet sneller beter worden.
De woorden mannelijk en beton betekenen hetzelfde.
Gisteravond hebben ze (de omwonenden) vergaderd met de advocaat.
Ons huis is gebouwd met doorgebakken fundamentsstenen.
Destijds gebouwd door een aannemer voor eigen gebruik.
Dus heel degelijk.
De geraniums staan bij ons vaak in de tuin en niet minder.
Dat ABSEILEN in de bouwpunt lijkt me een briljant idee.
We hebben in de schuur nog wel een springtouw.
Op 5 januari is onze vakantie weer voorbij.
Ik zoek nog wel wat schrijfsels voor die periode.
Je verhaal was bijzonder.
Niet alleen, wat het onderwerp betreft, ook de stijl vind ik erg goed.
Maak je nog verder iets op papier.
Zo ja, wat schrijf je dan?
Ik heb tijdens mijn laatste jaar als leraar een dagboek geschreven, omdat ik er nog maar half en niet helemaal bij hoorde.
Met name met de beginnende collega's kon ik heel goed opschieten.
We hadden veel plezier!
Jan Thijs
Vanuit het raam van de voorkamer!
De strepen worden opnieuw getrokken.....heel geelDe VERRUIMING is een VERRIJKING... Ziet u die bomen......prachtig!
Dit is een laan!
De MVO in ruste....kerstvakantie!
De bomen langs de verruiming!
De eenzame fiets bij de bomen en de verrijking!
Het kanaal wordt nog verder uitgebaggerd!
De laan
De VERRUIMING
Het huis van buurman Wieringa!
Bij de bouwput..........de kraan is geveld voor oud en nieuw!
De bouwput nummer 1
De bouwput nummer 2!
De kraan bij bouwput nummer 2 is reeds geveld!
23 december 2013
Ter gelegenheid van het Kerstfeest 2013
een gelukkig nieuwjaar
Dag Jan Thijs,
Wij hopen dat jij weer wat opgeknapt bent voor de Feest dagen.Maak er met elkaar gezellige dagen van. De informatie over de vele werkzaamheden zijn indrukwekkend,vooral met de foto's er bij. werkzaamheden betreft stil worden en moet jij weer iets anders bedenken waar jij je op kunt storten. Voor jullie gezellige dagen,liefs en groeten,Herman en Janny.
Met een hartelijke groet
2014 tegemoet! jan en gé
VAN TWEE VELDWACHTERS, EEN HOND EN EEN SCHAPENBOUT.
Het was woensdagmiddag.
Er was geen school!
Pieter Radersma draafde na het middageten het dorp in.
“Waar ga jij zo vlug heen?”
Dat was buurman. Dat was buurman, Oebele, de slager. “Spelen!”
“Wil je met me mee?”
”Waarheen?”
“Dat zul je wel zien.
Misschien wel naar Engeland,” lachte buurman.
“Buurman maakt me maar iets wijs.”
“Nee, dit was maar een grapje.”
”Waarheen dan?”
”Naar de Bos plaats.
Niet of graag?”
”Graag, natuurlijk”, hapte Piet gretig toe.
Wie zou daar niet dol op zijn.
De Bosplaats!
Dat was een dorado voor jongens.
Het was een heel grote boerderij met een flinke appelhof.
En de appels waren net rijp.
Oebele, de slager, duwde de bakfiets van zijn erf de weg op.
“Wip er dan maar op”.
Pieter zat in een oogwenk op het vehikel.
De dikke slager lachte om zo’n vrachtje.
Hij had ze wel zwaarder.
Hij slingerde zijn been over ’t zadel en trapte.
“Zo heeft de meester jullie weggejaagd ?”
”Niet weggejaagd,” zei Pieter verontwaardigd.
Woensdagsmiddags zijn we toch altijd vrij”.
”Vrij”, bromde Oebele, de slager, “een fijne boel.
Jullie leren op deze manier geen fluit.
Als ik schoolmeester was, zou ik jullie drillen.
Dat zou ik.”
Pieter zag de dikke slager al voor de klas staan. Hij moest lachen. “Waar lach je om?” ”Nergens om.” ”Pas op, ventje! Als je me uitlacht. Ik kieper je zo in de sloot.” De bakfiets maakte een gier bij de berm langs. “Dat doet buurman toch niet.” "Wat? Wil je zien?” De dikke slager wendde het stuur een halve slag om. “Nee!” riep Pieter, nu toch wel een beetje angstig. Hij zat al op zijn knieën in de bak. Die slager was soms zo’n wondere pias! Buurman grinnikte, stuurde de fiets weer op de weg. “Hoe is ‘t?" vroeg hij dan, “heeft moeder al eens weer bericht van vader?” Radersma werkte al een jaar in Duitsland. Niet, omdat hij dit zo graag wilde. O, nee. Maar hij was er toe gedwongen. Als zoveel anderen ook. De Duitsers speelden in ons land de baas sinds zij het hadden bezet. “Ja”, zei Pieter, “Hij heeft het er zó slecht. Alle dagen koolsoep”. “Hoe dúrven ze”, viel Oebele, de slager, boos uit. “Ze halen hier zelf het beste weg. Onze boter, onze kaas, ons vlees, onze groenten, onze aardappels…” "Dat eten ze zelf op”, zei Pieter. “’t Is zo geméén als ’t lang is” , zei buurman. “Dieven zijn het. Het zijn mooie “beschermers”, vind je ook niet ?” De dikke slager had er een rood hoofd van. Zo wond hij zich op. Hij kon de Duitsers niet luchten. ’t Was een warme vaderlander. Een echte Oranjeklant, deze slager. Nou! Op Koninginnedag had hij de vensterbanken vol goudsbloemen staan. “Vader had er maar nooit moeten heengaan”, zei Pieter. “Daar zeg je zo wat. Hij had het moeten aanleggen als Pier Dirks”. “Wat deed die dan?” Die stapte in Leeuwarden in de trein en in Veenwouden er weer eruit.” ”En toen?” “Toen ging hij onderduiken. Ha, ha! Hij nam ze fijn bij de neus”. De dikke slager lachte dat hij schudde. “Maar….wat hebben we daar?” Twee veldwachters stonden op de weg. Pieter zag zo, wie het waren. Die ene, dik en rond, was veldwachter Montsma, de oude dorpsveldwachter. Die andere was “de nieuwe”. Die was hier nog slechts kort. Een lange, magere man met een rode snor. Hij moest nogal een kwaje zijn, zei men. Montsma stak zijn hand omhoog. "Stoppen!” De bakfiets stond stil. “Leeg, zie ik wel”, zei hij dan. “Rijd maar weer verder.” "En…..er zit nog wel een varkentje in, grapjaste de slager. Hij wees op Pieter. "Geen praatjes, man”, kraakte “de nieuwe” nu. “Doorrijden”. Montsma lachte maar zo’n beetje. Van de andere kant kwam net een wielrijder. Hij moest ook afstappen. Er hingen een paar uitpuilende fietstassen over zijn bagagedrager. Slager Oebele bleef, het been op de grond, nog even nieuwsgierig staan. Maar dat zinde “de nieuwe” niet. “Schiet wat op”, beet hij hem toe. Toen fietste hij verder. “Dat zaakje deugt niet,” zei buurman. “Controle. Dat treft wel erg slecht" “Hoe dat zo”, vroeg Pieter verwonderd. De slager glimlachte fijntjes. “Ik zou een schapenbout gaan halen.” Ze reden het klinkerwegje op naar de boerderij. Deze lag een kwartiertje gaans van de weg af. Half verscholen tussen hoe bomen. Boer Riegstra woonde daar. Pieter kende hem heel goed. Hij was voorlezer in de kerk. Het grote hek stond open. Ze reden het erf op. De boer stond bij de pomp zijn handen te wassen. “Goeie middag”, riep Oebele, de slager. “Dag”, zei de boer. “Ik heb nu maar een jongmaatje meegenomen.” De slager knipoogde naar de boer. “Hij kan wonderlijk best klimmen en appels plukken, maar hij lust ze zelf niet.” ”Jawel", riep Pieter. “Ik was hen daarnet al bijna kwijt”, ging de slager door. “Er stonden twee veldwachter op de weg.” ”Die heb ik ook gezien”, antwoordde boer Riegstra. “Maar kom, ga even mee in huis. We wilden net thee drinken. Die jongen mag zo lang wel in de hof gaan. "Zoek je zakken maar vol appels". ”Zit de hond vast?”vroeg de slager. “Die zit vast. We hebben nu een jonge” De beide mannen gingen naar binnen. Pieter rende als een pijl uit de boog naar de appelhof. Wat een bomen! Wel honderd, meende hij. De peren- en pruimenbomen waren al leeg. De appelbomen hingen nog vol……. sommige zo geel als goud, andere met rode wangen. En dikke! Pieter zette al gauw de tanden in een appel…., het sap liep hem om de kin. “’t Is wat”, zei boer Riegstra tegen Oebele, de slager. “Nu heeft mijn arbeider ontslag genomen.” ”Marten Doedes?” vroeg Oebele, terwijl hij zijn kopje neerzette. Hij hoorde er vreemd van op. “Ja. Hij gaat spinnen. Daar kan hij meer mee verdienen.” ”Dat geloof ik graag. Het garen is vreselijk duur. Er worden dikke prijzen voor gemaakt.” ”Ik zit er maar mee.” ”Ja,’t is voor u een strop. Dat spreekt.” ”Och man. En ’t valt niet mee, direct weer een ander te krijgen.” ”Nee, maar kom, ik ga weer opstappen”, zei Oebele, de slager. “De schapenbout moet maar niet mee, wel?”vroeg de boer. “En of! Daar heb ik deze reis om gemaakt.” “Maar die veldwachters dan?” ”O!” zei Oebele, en hij zette de stoel tegen de wand. “Die veldwachters. Die neem ik er wel tussen. Heb je een grote zak?” ”Wel twee”, lachte boer Riegstra. “Kom dan maar mee. Even helpen.” De boer schoot de klompen aan. Hij was tòch nieuwsgierig, hoe de slager dit wilde trakteren. Turk, de jonge heemhond, sprong in de ketting, toen hij de boer zag. Zijn staart ging heen en weer. “Een mooie hond”, zei Oebele, de slager. “Maak hem maar eens los. Boer Riegstra maakte het beest van de ketting los, hield hem vast bij de halsband. Op dat moment kwam Pieter uit de appelhof, de broekzakken uitpuilend van appels en één in de hand. “He je de zakken al vol?”vroeg de slager. “Ja”, zei Pieter. “Mooi. Kom dan maar eens hier. Er is werk aan de winkel. Hou die zak eens op.” Den boer ging ineens een licht op. Hij beurde de hond op en liet hem in de zak neer. De slager griste een touwtje uit de broekzak en bond de zak vast. “Heeft buurman die gekocht?” vroeg Pieter. "Ja. Maar niet voor mijzelf, hoor.” ”Voor wie dan?” “Buurvrouw!” “Buurvrouw?” “Ja. Ze wil altijd zo graag nog eens een hondje op de schoorsteenmantel hebben.” Boer Riegstra schoot in een lach, knipoogde tegen Pieter. “Laat je maar niets wijs maken.” “Ik geloof er niks van” zei Pieter. Buurman tilde de zak in de bakfiets. “Jij er ook maar in”, zei hij tegen Pieter. “Hij bijt je niet.” De hond bromde. Pieter had er toch niets mee op. Hij schoof er zover als ’t kon van af. “Goereis”, riep de boer, toen de slager het erf aftrapte. Ze reden het klinkerwegje weer af. “De veldwachters staan er nog”, zei Pieter. “Ja”, lachte buurman. “Daar zullen we een mooie grap van beleven”. Ze waren er nu vlak bij. Oebele, de slager. Deed of hij er snel wilde voorbijrijden. Maar “de nieuwe” stond al midden op de weg. “Halt. Staan blijven.” ”Nu al weer?”vroeg buurman. De “nieuwe” keek in de fietsbak. Hij wees op de zak. “Wat zit daar in?” “Een hond.” Pieter lachte. De “nieuwe” keek zijn collega Montsma eens aan, net of hij wilde zeggen : “Die zit er in!” Hij dacht natuurlijk aan smokkelzaak. Dat was een goede vangst. “Het zal de aap wel zijn”, zei hij sarcastisch. “Welke aap?” vroeg de slager onnozel. “Dat zul je niet weten “, snoof de lange veldwachter verachtelijk. Die slager nam hem niet. De man was er bij. “U meent misschien, dat er een schapenbout in zit”, zei de slager weer, een beetje nijdig nu, “maar ik sta hier niet te liegen hoor. Het is een hond.” “Doe open die zak.” Pieter evenwel stak er geen hand naar uit. Hij keek er maar een beetje bang naar. Het duurde de “nieuwe” te lang. Hij trok al aan het touwtje….. ”Pas op !” riep slager Oebele luid. “Pas toch op, man….daar heb je ’t al. Daar gaat ie d’r al vandoor:. De hond was in een wip de “nieuwe” boven over de schouder heen gesprongen en zette er de sokken in naar de boerderij. Hij verdween als de rook…… De lange veldwachter stond er beduusd van. Hij was danig van het dier geschrokken, draaide zenuwachtig aan zijn snor, terwijl hij het nakeek. Buurman keek als een valk. Hij pruttelde, dat het een aard had. “Nu kan ik hem weer gaan ophalen. Allemaal werk voor niets. Had me maar geloofd. Als u nog eens iets weet….. De lange veldwachter zweeg. Buurman keerde de bakfiets. De hond was al lang weer op het erf, Hij sprong uitgelaten en wild bij de boer op. “Zo”, zei deze, “ben je daar weer? Braaf beest, hoor, braaf beest van de baas.” Even later reed slager Oebele het erf op. Hij sprong van de fiets. “Dat is ook wat moois, niet? Die politie net haar controle.” “Er maar weer in”, stemde boer Riegstra toe. “Maar dan mogen we hem eerst wel de poten gaan vastbinden. Kom maar even mee in de schuur.” De slager nam de hond mee. “Blijf maar even zitten”, zei hij tegen Pieter, die uit de bak wilde klimmen. “’t Is zo klaar en dan gaan we weer. Denk je even om de fiets?” “Ja, buurman.” De beide mannen verdwenen met de hond in de schuur. Pieter wachtte. Hij at een appel op. Het duurde niet zo heel lang. Toen verschenen ze weer. De slager droeg de zak, liet hem in de bak glijden. “Ziezo”, wreef boer Riegstra zich in de de handen, “die gaat er vast niet weer vandoor.” ”Hadden we ’t dadelijk maar gedaan”, zei buurman. Hij wipte op ’t zadel. “Nou, het beste er mee”, zei Riegstra. Daar gingen ze weer. Spoedig waren ze op de straatweg. Bij de veldwachters gekomen, hield buurman in. “ Zit de hond er weer in ?” wees Montsma lachend. “Nee”, antwoordde buurman en hij keek de “nieuwe” aan. “De aap!” “Zien?” vroeg hij nog. De “nieuwe” wilde er niets van weten. Hij had één genoeg. “Rij maar gauw door”, bromde hij kregel. “U moet het wel weten”, zei de slager, de voet op de trapper. “Nee, ’t is zo wel goed.” ”Tabé dan”, groette buurman en daar schoot de bakfiets weer verder. Na tien minuten waren ze thuis. “Help me even, Pieter”, zei de slager, “met die zak.” Pieter tilde aan ’t ene eind, buurman aan t‘andere. “Niet te zwaar, wel?” Pieter had er een til aan. Die zak was zwaar, hoor. En vreemd. Er zat geen leven meer in. Zou de hond gestikt zijn? Hij schrok ervan. Dat zou toch jammer zijn. Zo’n mooie jonge hond. “Leg maar neer”. Ze waren in ’t achterhuis. “Als ie maar niet dood is”, zei Pieter, begaan net het lot van de hond. De slager zei niets. Hij nam een mes, sneed fluks het touwtje door. Toen opende hij de zak. "De aap”, zei hij. Pieter schaterlachte. Nee, maar, die was mooi! Hij verkneukelde zich van pret. Daar lag ……hoe bestond het ….. een dikke, vette schapenbout! “Zo’n uilskuiken, niet?” lachte slager Oebele. “Hij dacht natuurlijk, dat de hond er weer in zat. En ik zei hem nog wel, dat het de aap was. Maar hij wilde eerlijk niet kijken, nou Pieter…..je zat er zelf bij…. De tranen rolden hen beide over de wangen. Ja, die buurman was ’n vreemde gast… Daar moest je mee oppassen. JAN FOLKERTS DE HAAN
In Noordhorn hebben we sinds enige jaren de traditie dat bij een appartementenboerderij in de voortuin een grote kerstboom wordt geplaatst rond de kerstdagen.
Dit gebeurt vooral op initiatief van wat jongere ondernemers die wel van een stunt houden. Toch doet de hele middenstand mee als sponsor. Het plaatsen van de boom is op zich al een spektakel. Er komt een grote takelwagen die het verkeer een poos lamlegt, want de lampen en bollen en andere versieringen moeten in de liggende boom gehangen worden . Dan hijst de hijskraan hem in verticale stand. Hij staat weer en naast de verlichte molen is Noordhorn enkele weken van grotere afstand duidelijk te herkennen in het donker. Dit jaar is de boom extreem groot. De reden hiervan zou volgens tongen zijn, dat het de grootste van Nederland moet zijn en dat je hem vanaf de maan zou kunnen zien. Zij kunnen , wat Groningen ook kan! Dit soort heldenverhalen maakt sommige mensen in het dorp wel wat sceptisch: De een vindt het prachtig. De ander vindt het maar een overdreven kabaal en een derde houdt meer van gewoon donker en spreekt van nachtvervuiling. Alsof het zo moet zijn, bestelt de weerman een hevige wind of storm die ook inderdaad door Noordhorn raast. En zie de kerstboom van Babel knapt af als een luciferhoutje.
Gelukkig zijn er geen ongelukken, maar de brandweer moet komen om de boom in stukken te zagen , zodat de wegen weer bereden kunnen worden rond de appartementenboerderij.
Diezelfde week wordt over het sponsorbord dat trots bij de boom stond een spandoek gehangen. En aantal onverlaten leggen ook een klein, versierd kerstboompje horizontaal op de plek waar de grote boom in de grond was vastgemaakt. Op het spandoek staat met grote letters:
WEL HET KLAIN NAIT EERT, IS HET GROOT NAIT WEERT!
Deze boodschap is glashelder en behelst een verpletterende wijsheid.
Het spandoek was sneller weg dan de boom.
Onderhandelen?!
Vandaag weer tegen een klassiek lerarenprobleem aangelopen. De examenklas heeft sollicitatiebrieven geschreven. Ik spreek na het nakijken een van de leerlingen aan op het feit dat ik zijn werk niet heb gekregen. Hij spat bijna omhoog en vindt, dat hij het wel heeft ingeleverd.
En dan begint het : “Ik heb het niet, waar is het dan?” “Ik heb het aan u gegeven.”
“Heb je het echt gegeven, of zomaar op tafel gelegd”. Wetend dat dit een zinloos welles- nietes spelletje wordt, besluit ik het over een andere boeg te gooien. Nu moet ik eerst mijn tegenstander meekrijgen.
“Jouw brief is dus weg”, stel ik vast. “Ja, maar ik heb hem niet weggemaakt!” “Ik ook niet’, stel ik vast. “Wat doen we dus, ik ga zoeken en jij gaat zoeken in eigen tas of bureau, of waar ook maar”. Dit lukt na een mokkend: “Ik weet toch zeker dat ik hem heb ingeleverd!’
De volgende dag is de brief door geen der partijen gevonden. Koortsachtig zoek ik naar een slimme oplossing en ik weet dat ik het moeilijk krijg, want deze leerling is een bijter. Ik leg uit dat ik als leraar een niet gelezen brief niet kan beoordelen, terwijl dat wel moet gebeuren.
Verder kan niemand van ons beiden bewijzen dat er wel of niet is ingeleverd. Er zijn ook geen getuigen. Ik stel voor dat hij minimaal de sollicitatiebrief overmaakt en wordt daarna de brief bij mij teruggevonden, dan krijgt hij in de vorm van smartengeld voor geleden ontberingen een punt of een half punt extra.
Hij mokt nog wat na: “Dan moet ik het weer allemaal opschrijven!” “Dan ben je dus nu heel boos op mij”, vraag ik hem verbaasd, want ik vind dit wel een soort Salomonsoordeel. Dat gaat hem te ver. Hij zwaait wat met zijn lichaam en stamelt: “Dat moet meneer nou niet denken. Nu hoef ik toch niet boos te zijn!’ Hij schaamt zich blijkbaar een beetje, maar zijn rode kop spreekt boekdelen. Ik wil hem nog even laten spartelen en zeg:’ Ja, maar je moet wel boos zijn. In zo’n situatie hoort iedere leerling boos te zijn! Hier deugt niets van! Nu weet ik als leraar niet meer waar ik aan toe ben!”. Hij zit nu helemaal in het nauw en heeft weer een rode kop van verbouwereerdheid.
Dan begint hij te lachen en ziet de humor van de situatie in: Wie heeft wie te pakken? We worden het eens.
DE SNOEK Het liep tegen September. De laatste dag van de vakantie. Dirk, Lammert en Pieter zaten bij Marten Doedes in de oude vlierboom. “Ik zag gister bij de Bosplaats een snoek staan, jo”, vertelde Lammert. “Ik moest de boerin garen brengen en zag hem bij die duiker, je weet wel. Een kanjer!” ”Hoe groot was ie dan?” vroeg Dirk. “Nou, wel zo!” zei Lammert, en hij sloeg zijn beide handen uit. Pieter kreeg een duw. ”Och”, veinsde Lammert, “ik wist niet……” ”Dat zal ik je inpeperen”, riep Pieter. Hij greep zijn kameraad bij de kladden. Ze tuimelden beide uit de boom en Lammert kwam eerst weer op zijn voeten, toen hij beterschap had beloofd. “Ik weet iets”, zei Dirk. “We gaan hem strikken. Ik haal een eindje fijn koperdraad uit de smederij en dan zullen we proberen hem te vangen.” ”Hoe wil je dat dan doen?” ”Kijk, we maken een lus en dan gaan we hem die heel stilletjes om de kop schuiven. En als ie dan wegschiet, trekt ie ‘m dicht. Dan hebben we hem.” “Moet ik ook zout meenemen?”zei Lammert. “Waar dat voor?”vroeg Dirk. “Wel, om hem op zijn staart te leggen.” ”Dat is flauw”, zei Pieter. “Ja, jongens, dat doen we.” Met zijn drieën draafden ze naar de smederij. Dirk was al spoedig terug met een stuk draad. “Kijk!” en hij draaide er handig een lus van.”Zo!” Toen draafden ze weg. “Weet je ’t plekje nog wel, Lammert?” ”En of ! Maar denk er om”, voegde hij er aan toe, “er mag geen schaduw over ’t water vallen, want dan …..floep…..is ie weg.” ”Mag het wel?” vroeg Lammert. “Hoe bedoel je?” ”Nou, van de politie…..” ”Weet ik veel”, zei Dirk. “Wat zou dat nou, één zo’n snoekje.” Al pratend bereikten ze de sloot. “Daar”, wees Lammert. Heel voorzichtig slopen ze naderbij. Dirk met de blinkende lus. “Ssst!” waarschuwde hij. Hij bleef staan. “Kijk, daar ligt ie. ‘t Is een mooie, zie je wel. Als we die vangen…..” Hij klakte met de tong. Dat was een lekker hapje. Met spiedende ogen gluurden ze naar het smalle, lange snoekenlijf, dat als een donkere schaduw doodstil stond….roerloos…. Dirk deed nog een paar stappen. Hij stond nu op het randje van de sloot. Heel langzaam liet hij de lus in het water zakken. De beide andere jongens keken gespannen toe. Zou ’t lukken? De lus was nu op dezelfde hoogte als de kop van het beest, dat nog even onbeweeglijk in het water stond. Hij liet de lus om de snoekenkop glijden….Toen ineens…..een ruk. “Ik heb ‘m. Ik heb ‘m!”schreeuwde, opgewonden. Hij trok uit alle macht.. De snoek sloeg in ’t water om, probeerde los te komen, maar Dirk en Lammert sprongen bij en met zijn drieën hesen ze het dier op het land. Het was een snoek van een pond of vier. Vol trots bekeken ze hun vangst. “Zitten er nog méér?” vroeg Pieter. Ze sleepten de snoek mee, maar hoe ze ook speurden, er viel geen snoekje meer te ontdekken. “Jammer”, zei Pieter, die de snoek te pakken had en blaakte van jachtlust, “we hadden elk één moeten hebben: Wie moet deze nu hebben?” ”Wie ’t langste grasje trekt”, stelde Dirk voor. “Nee”, viel Lammert in, “ik weet iets. Moeder heeft wel een fles olie en als we haar vragen, wil ze hem vast wel bakken. Dan delen we ‘m met zijn drieën en eten ‘m meteen op.: “Ja, Dat doen we”, vielen de beide andere jongens hem enthousiast bij. Spoedig ondernamen ze met de snoek de terugreis naar het dorp. Dirk droeg de vangst. Ze zouden hem thuis gauw opmaken en dan bakken. Het water liep hen al om de tanden. “ ’n Lekkere hap”, zei Dirk. “Zei ‘k het niet? Zo kregen we hem wel.” ”We gaan nog eens weer”, vond Pieter. “Blijf eens even staan, jongetjes. Waar gaat dat heen?” De drie vrinden waren zo druk aan de praat over gebakken vis, dat ze er van schrokken. De “nieuwe”stapte van de fiets. Ze hadden hem helemaal niet opgemerkt. “Wij? Naar huis”, zei Dirk. Hij wilde doorlopen. “Staan blijven, jij”, zei de “nieuwe” nog eens. “Hoe komen jullie aan die snoek?” Daar stonden ze nu. “Uit het water natuurlijk”, zei Pieter. Lammert schaterde. “Jullie hebt ‘m gevangen. Met een lus. Lieg er maar niet om. Want ik heb jullie wel gezien. “ ”Nou ja”, zei Dirk. “mag dat dan niet?” ”In géén geval”, zei de “nieuwe”. “Jullie moesten feitelijk proces – verbaal hebben, maar daar ben je nog te klein voor.” ”Wij zijn onder en boven de wet”, zei Dirk. “Zo, meen je dat, jongetje? Dan heb je het wel bij het verkeerde eind. Hier met die snoek. Die neem ik in beslag.” Maar Dirk, die hun “lekker hapje” verdwijnen zag, hield de snoek op zijn rug. “Nee”, zei hij stug, “we gaan hem bakken.” ”Zo zit het niet”, zei de “nieuwe”. “Geef op , zeg ik je. En vlug. Anders……. De jongens keken erg sip, toe de “nieuwe” zich over hun zelf gevangen snoek ontfermde, op de fiets stapte en naar het dorp peddelde. In de oude vlier zaten ze mistroostig bij elkaar. Ze dachten alle drie aan het snoekje. “Ik wil toch weten”, zei Dirk, “wat hij met die snoek doet.” Hij liet zich uit de boom glijden. “Kom, jongens.” De tuin van de veldwachter lag tegen die van de smidse aan. Hij wilde eens over de schutting kijken. Ze gingen door de steeg naast de smederij en kwamen zo achter het huis. Om de tuin stond een hoge schutting. “Nou moeten jullie voor mij bokstaan.” Pieter stond al tegen de schutting, de handen gevouwen…… Dirk schopte de klompen uit, klauterde als een kat op Pieters schouders. Zo kon hij net over het schutting gluren…….Hij zag de “nieuwe” op het plaatsje bij de keuken zitten. De veldwachter ontdeed de snoek van de schubben en het ingewand. Pak ‘m, hijgde Dirk. Hij hing met de handen aan de schutting en probeerde er zich weer overheen te werken. In zijn ene hand had hij de snoek, die hij Pieter toe stak. Pieter greep ‘m. Toen zat Dirk spoedig boven op de schutting, liet er zich aan deze kant weer aftuimelen. “Weg!” beet hij Pieter toe. Een ogenblik draafden ze door de steeg. Pieter had de snoek onder zijn kiel. Op de weg stond Marten. “Heb je ‘m?” ”Ja.” De moeder van Marten sloeg de handen ineen, toen ze de jongens met een snoek zag thuis komen. Zelf gevangen. Hoe was ’t mogelijk! Ja, natuurlijk, ze ging ‘m dadelijk bakken. De koekenpan kwam over ’t vuur, de olie sisterde, toen ze de drie moten van de snoek er in liet glijden. Even later zaten de jongens te smullen. “Lekker”, zei Dirk. “ Nou , zei Pieter. En Lammert zei niets, maar de olie drupte hem van de kin. In een ommezien was het gebakken snoekje in de hongerige jongensmagen verdwenen. Net waren ze de deur uit – de moeder van Maarten stond er van te kijken, waar de jongens zo vlug gestoven waren – daar stond de “nieuwe” bij de achterdeur. “Goeden morgen”, zei Doede Jeltje. De “nieuwe” keek haar gramstorig aan: “Dat jongetje van jullie”, zei hij, “waar zit dat?” ”Dat weet ik niet “, zei ze, “zoeven was hij nog hier. Hij heeft toch niets uitgehaald?” ”Niets uitgehaald? Die ondeugende rakker? Hij heeft me voor niks laten fietsen, die grote bengel. Ze hebben me in de tijd, die ik weg was, mijn snoek ontstolen. Maar, ik zal ‘m terug hebben.” “Was dat uw snoek?” vroeg Doede Jeltje, “de jongens zeiden, dat ze hem zelf gevangen hadden.” “Gevangen? Gestrikt, moet je zeggen. Dat mag niet van de wet, Ik had ‘m in beslag genomen. En die jongen van jullie moet zorgen, dat ik ‘m weer terug krijg, begrepen?” “Nou”, zei Doede Jeltje, “ja ….. dat zal niet gaan…. U moet maar niet boos worden ……. Maar ik heb ‘m gebakken. Daar liggen de graten nog. “ De : nieuwe” keek als een valk. Hij zei niets meer. Hij probeerde ’t nog wel, maar van kwaadheid kon hij er geen woord uitkrijgen. Met een rood hoofd fietste hij ’t erf af.. 26 december 2013
Voor het eerst na mijn breukoperatie maak ik een wandeling langs de Mokkenburgweg.
De haantjes vertelden me, dat ik in het bedje van het ziekenhuis danste, omdat ik naar huis mocht en mijn bedbretels losrukte, toen ze zonder mij weer weggingen!
Onwillekeurig herinner ik me een uitzending van "Kopspijkers" van Jack Spijkerman.
Hij vond, dat geheel normaal, maar ik keek mijn ogen uit....
Dat deed ik niet na.
Ik lag ook aan een infuus, maar bleef mooi te bed!
De pizzabezorger kreeg bezoek van een man en een vrouw met 2 kinderen.
Onze vaststelling van de eenzame man, klopte dus ook niet.
Teveel praatjes had hij niet, maar ik had ze zelf ook niet.
Vroeg in de avond wilde ik wel slapen, maar de Joegoslaaf voerde lange gesprekken en wel luidkeels en in de aangrenzende ruimte waren ook vele stemmen, waarschijnlijk van verpleegsters en verplegers.
Toen ik keek, hoe laat het was, bleek het nog maar acht uur zijn in de avond.
Ik legde mezelf er bij neer.
De zaal arts deelde me mee, dat ik naar huis mocht.
Ik moest er rekening mee houden, dat tillen gevaarlijk was en na verloop van tijd de breuk voor een deel terugkwam.
De komende week zouden ze mij bellen en ze vroegen me, welke mijn problemen waren, maar er waren geen bijzonderheden.
In januari moet ik voor controle nog naar het ziekenhuis!
Ondertussen kan ik mijn gymnastische oefeningen doen zonder problemen en gisteren maakte ik mijn Kloppenburgweg route, ook zonder problemen.
Laatst was ik weer eens in de bonen,
Dat komt: Janet was met een pannetje gekomen.Dat was op zaterdagmorgen: Even geen cijferzorgen. Zo om een uur of elf sta ik onder de douche, Staat Janet voor de deur, zo maar pardoes. Mijn zonen doen haar open. Janet durft niet naar binnen te lopen. “Is je vader ook thuis?” vraagt zij de knapen. “Die staat onder de douche”, zeggen de apen. Zij aarzelt even, overhandigt dan de pan,
En zegt: “Geef dit maar aan je vader dan”.
Haastig droog ik mij af.
Even later sta ik in de keuken paf,Waarna ik verheugd uitroep: “Het is een pan met bonensoep!” En inderdaad er zweven bruine bonen in de pan En krabbetjes om van te smullen man. De frisse kleur der groente bloost mij tegemoet, Alleen de aanblik maakt je dag al goed. Die middag om een uur of twaalf is het dan raak. Zo smullen doet een mens niet vaak. Mijn kinderen begrijpen me niet, Denken: “Wat hij in die soep toch ziet?” Zo blijft de hele pan voor mij, Zodat ik mij verheugd aan tafel vlij. Een tijdlang ben ik niet te bereiken, Zit steeds verbaasd naar ‘t bord te kijken. Alleen zo af en toe, dan moet ik steunen En zegt mijn vrouw: ” Wat zit je toch te kreunen?” Zij zet mij dat gerecht nooit voor. Daar kwam het eigenlijk ook door. Kreeg eens van een moeder uit diezelfde klas Ook al eens bonensoep, die helemaal áf was. Dus vroeg ik dáár: “Wie heeft een bonensoeprecept voor mij?
En sprak Janet van bonen, groente, krabbetjes en prei.
Maar later dacht zij er niet meer aan.
Dus ben ik nog eens naar haar toegegaan.
En vroeg vervolgens heel verlegen:
“Janet, wanneer komt het eens gelegen?”
En zie toen moeder Hylkema zelf bonensoep bereiden ging voor haar gezin.
Schoot Janet het recept opeens weer in de zin.
Zij schreef het op een stuk papier, terwijl haar moeder bezig was,
Die sprak: “Ik zet wat extra op het gas.
Dat breng je, dat maar naar die man,
Zodat hij ook eens smullen kan”.
Zo komt het, dat ik graag ga
Als leraar naar die klas 2a.
Daar maken ze van een olifant een mug
Met bonensoep van Hylkema en Oostenbrug.
En denkt u nou: “Da’s ook een mooie
Zit daar in een klas om soep te schooien”.
Bedenk dan, dat ik dat best durf,
Vroeger kreeg de meester toch ook turf!
JOHN ALLCOCK
RECEPT VOOR BONENSOEP
2 blik bruine bonen, een beetje rijst, 2 prei ( kan ook met gedroogde bonen)
Eet smakelijk
27 december 2013
KERSTNUMMER
Vlucht naar kerst
December, koud nat en guur.
Een weggeef- en bij voorkeur een ontvangmaand. Huiselijkheid en het terugvallen op de familiekring en wee degene, die dan een gat ziet. De meeste van de helden van dit verhaal vallen in deze tijd in een diep gat, zwart en donker. Bovendien zijn het geen helden. Niemand zou het in zijn hoofd halen een veroordeelde als held te beschouwen. Of toch? Ja, in communistisch Rusland waren veel gevangenen bijna helden, tenminste voor ons in het westen, of politieke gevangenen in een dictatoriaal geregeerd land. Zij geven hun vrijheid voor vrijheid. Weggestopt, buiten de groep gezet. Geïsoleerd. Onbekenden, naamlozen. Soms ook zonder vaderland, geen tehuis. Afgekomen op de kreet dat er in ons land nog wel een warm plekje is, soms gedoopt met de naam 'gastarbeider', want gasten blijven niet altijd en kun je de deur wijzen. En soms gebeurt dat, nadat ze eerst een uitnodiging hebben ontvangen in de brievenbus voor een verblijf in de gevangenis. Het huis van Bewaring. Een kil gebouw, waar je instinctief snel langs fietst als het donker is, vooral als je alleen bent...........er zal er net een uitbreken. Weet hij veel, wat er achter die muren zit en wat erover heen kan komen? Elke deur daar binnen is op slot. Elke bewaarder lijkt een sleutelspecialist en elke gevangene die een deur passeert, of een serie deuren, wordt onderzocht van top tot teen. Vernederend.
Soms moeten alle kleren uit, alsof je hulpeloosheid en machteloosheid moeten worden onderstreept.
Maar wij zitten er niet, dus hadden zij er ook maar niet moeten gaan zitten! Carlos Bolivar is door een bewaker uit zijn cel gehaald. Hij schreef een brief naar Den Haag een laatste noodkreet. "Help mij. Dwing mij niet terug te gaan naar El Salvador, het land dat ik om politieke redenen heb verlaten en gun mij als politiek vluchteling een bestaan in uw land, dat bekend staat als gastvrij, vooral waar het om politieke vluchtelingen gaat". Maar hoe schrijf je zo'n brief als alles al geprobeerd is en je prodeo- advocaat die de wegen moeten kennen machteloos uit het karwei te voorschijn is gekomen. Verbitterd legt Carlos zijn pen neer. Het papier is verkreukeld, alsof hij het heeft uitgewrongen omdat het natbehuild is. Hij schaamt zich voor de blik van de bewaarder van hem naar het papier. En zo'n bewaarder is ook maar een mens, kent zijn probleem, klopt hem op de rug en spreekt een goedbedoeld maar berustend: "Kop op"........ uit.
Deuren gaan open en worden achter de twee gesloten en bij elke deur beseft Carlos hoe oneindig ver 'buiten' is.
Verdwaasd volgt hij het spoor van de bewaarder. In hem ontwikkelt zich het gesprek dat hij straks zal hebben. Zijn advocaat zal er zijn. Hij zal een toespraak houden. En hij zelf zal niet luisteren, maar woord voor woord beseffen wat de inhoud van de boodschap is en de gevolgen. Zwart werk had hij hier al weer enkele maanden lang. Ruzie gekregen om een kleinigheid met een collega. En toen begon de sneeuwbal te rollen.
Een illegaal gastarbeider noemde men hem op het politiebureau en men stelde de vraag, of hij besefte welke gevolgen, dat kon hebben.
En dan nu de tijdelijke hechtenis tot er een beslissing zou vallen over zijn toekomst, eentje waaraan hij part noch deel zou hebben, De bewaarder probeert een gesprek over het sinterklaasfeest. Vond het blijkbaar ook maar een armoedige vertoning met nauwelijks een extraatje voor de gevangenen. "Bezuinigen, meneer Bolivar is de nieuwste sport op alle ministeries maar vooral op justitie en denk maar niet, dat jullie er alleen last van hebben. We dragen ons steentje bij". En hij slaat Bolivar hard op de rug. Bijna te hard, want Carlos, in gedachten, heeft op zoveel kameraadschappelijk meeleven niet gerekend en moet snel een paar passen voorwaarts doen om niet te struikelen. De bewaarder blikt hem met grote ogen. "Is het die vent in de bol geslagen? Probeert hij er vandaar te gaan?", is zijn eerste reactie, maar dan dringt de juiste oorzaak tot hem door en haalt hij zijn beschermeling in.
Samen zetten zij zich op een bank die tegen de muur staat.
Carlos legt zijn armen op zijn knieën, tuurt naar de grond, spreekt geen woord. De bewaarder komt nu pas goed los met zijn verhaal over bezuinigen. Feilloos tovert hij Carlos alle veranderingen voor van de laatste jaren. Kortingen, meer werk door ontslagen en even komt het Carlos voor, dat hij tussen zijn medegevangenen zit, die ook niets anders doen dan klagen, klagen over het eten dat zo slecht is, onsmakelijk, dag in dag uit, en dan als hoogtepunt de soep op zaterdag, waarin je alle resten van het weekmenu terugvindt. De dertig gulden 'salaris', die ze per week vangen en waarvoor ze per dag 3 uur zitten te werken: Zakken naaien, knijpers in elkaar zetten. Altijd hetzelfde en altijd eentonig werk. Hij kent de verhalen, ze boeien hem niet. Een deur gaat open. Een andere bewaarder komt binnen. "Meneer Bolivar, wilt u mij maar volgen?" Automatisch staat Carlos op, past zijn pas aan bij deze volgende bewaarder en let er niet op, waar ze langs gaan. Dan gaat er in de gang een deur open. Er komt een vrouw op hem af. Bij het zien van haar haast, gloort er even iets van hoop in zijn hart. "Maria". Weg zijn even zijn sombere gedachten. Zij is wat hem bindt aan alles wat waarde heeft in zijn leven. Ze vliegt hem om de hals en even schiet het door hem heen: "Dat ze zo doet, komt doordat ze in verwachting is". Dan valt hij terug in de oude toestand. Zij weet het en deelt hem haar verslagenheid mee. Samen gaan ze zonder een woord te zeggen door de deur waaruit ze gekomen is. Een lange spichtige man loopt daar wat heen en weer. Even maakt hij bij het zien van Carlos een wegwerpgebaar, alsof hij wil zeggen: “Sorry, zij is mij uit de klauw gelopenâ€. Dan zakt het gebaar weg en heeft het al gauw niets meer van een verontschuldiging maar van een ingeroeste gewoonte.
Een koude stem waait in zijn richting.
Het is dezelfde stem die hij daar even heeft gehoord op de gang naast de babbelende bewaarder, de woorden zijn ook hetzelfde. Als Carlos wou, zou hij het kunnen playbacken, synchroon meespreken. De stem is koud, omdat er machteloosheid uit spreekt van iemand die van die machteloosheid allang geen probleem meer maakt. "Ja meneer Bolivar, het is mislukt. Ik heb alles gedaan wat mogelijk was. Ik heb verteld wat u in uw land waarschijnlijk te wachten staat. Maar daar wilde men geen rekening mee houden". De advocaat ziet de afwezige, begrijpende blik in de ogen van Carlos, de radeloosheid van de vrouw naast hem. Iets van deze emotie slaat naar hem over, dus draait hij zijn hoofd weg, gaat bij het raam staan en praat, praat. Carlos besluit hem nu volledig te negeren en wendt zich tot Maria. Hij pakt haar handen en houdt haar ogen vast en beseft dat zij het is die op dit moment steun nodig heeft,
"Ik heb echt alles geprobeerd wat er maar wettelijk mogelijk was.
Ik heb urenlang met de verschillende officieren van justitie getelefoneerd. Ik heb met rechters gesproken. Ik heb ze uw reclasseringsrapport laten zien. Ik heb nog geprobeerd om via een psychiatrisch rapport wat te redden, maar ook dat lukte niet. Ik heb de staatssecretaris gebeld. Ik heb de minister een brief geschreven. Ik heb aan iedereen uw relatie met Maria uitgelegd, verteld dat ze in verwachting is. Overal kreeg ik te horen, dat dat geen argument kan zijn. Uw relatie levert geen wettelijk argument op om in Nederland te mogen blijven. U bent gevlucht bij uw wettige vrouw in El Salvador weg, omdat u zegt dat zij u had aangegeven of had willen aangeven bij de autoriteiten vanwege uw politieke activiteiten, maar er zijn geen bewijzen voor.
Het spijt me voor u, maar u wordt het land uitgezet.
Uw paspoort is al in beslag genomen. k kan echt niets meer voor u doen".
De enige reactie uit de hoek van de kamer bestaat uit een hevig onderdrukt snikken van Maria.
Carlos rilt: Ongeloof over zoveel ongeloof. Bewijzen? Harde feiten? Wie zou hem in El Salvador gelijk geven?
De advocaat drukt op een belletje.
Dezelfde bewaarder van daareven komt binnen, blijft bij de deur staan. "Ja meneer?" Wij zijn klaar. U kunt meneer Bolivar weer naar de cel brengen. Meneer Bolivar tot ziens en het beste ermee". Even ontmoeten hun ogen elkaar. Berusting en vertwijfeling, een botsing van mens en regel. Dat komt hard aan.
De bewaarder heeft misschien wel de moeilijkste taak.
Hij moet twee mensen uit elkaar trekken, die weten dat ze elkaar niet weer zullen zien. En tussen hen in zweeft nieuw leven, dat van hen beiden is, maar nooit voor hen samen zal zijn.
Consternatie in het huis van Bewaring, in de cellen, in de gangen en de ring, overal gonst het van de geruchten.
"Uitbraak", wordt er gefluisterd. Bewaarders neergeslagen. Er wordt geroepen. Namen geopperd. De grootste crimineel zou zijn verdwenen. Niemand heeft iets gemerkt. Als er iets gebeurd is de afgelopen nacht, dan is het gebeurd in dromen van gevangenen en die zijn vaak opwindend. Er is gespreksstof. Er worden koppen geteld. Cellen worden afgeroepen . Iedere gevangene wil weten wie er zo stom is geweest om te ontsnappen of juist zo slim.
In de directiekamers is het van hetzelfde laken een pak.
Een ongewone vergadering is uitgeschreven. Alle hoofden melden zich één voor één. De directeur zit bij het binnenkomen driftig te telefoneren. De politie is aan de lijn. De adjunct- directeur friemelt in paperassen. De hoofden zetten zich neer op de plaats, waar ze ook anders zitten bij een vergadering. Er is iets aan de knikker. Maar wie weet het fijne. Veel wordt er niet gezegd om de directeur het spreken voor de telefoon mogelijk te maken. Hier en daar wordt geseind, maar het blijft onduidelijk, hoewel sommigen plotseling veelbetekenend zitten te knikken.
De telefoon gaat op de haak.
De directeur wendt zich tot de verzamelde staf. Het is nu helemaal stil in de zaal. "Mijne heren, het belangrijkste punt waarover wij moeten spreken is, de uitbraak uit het Huis van Bewaring van de gedetineerde Carlos Bolivar, die veroordeeld is tot uitzetting uit het land. Laten we eerst maar eens vaststellen hoe dit heeft kunnen gebeuren. Wie mag ik het woord geven? Een van de hoofden van dienst neemt het woord. Jarenlange ervaring hebben hem geleerd ontwijkende antwoorden te geven en hij illustreert dat met zijn verhaal: "We zijn nog steeds bezig na te gaan, welke vluchtweg is genomen, maar veel opgeschoten zijn we nog niet. Eigenlijk is het een raadsel hoe de ontsnapping precies in zijn werk is gegaan. Het is nog te vroeg om er iets concreets over te zeggen. Een tweede neemt over:" "Er is niets geforceerd, voor zover wij hebben kunnen nagaan. Er is maar éénn verklaring voor te geven: De ontsnapte heeft hulp gehad van binnenuit. Hetzij van gedetineerden, hetzij van gevangenispersoneel. De laatste groep kunnen we gevoeglijk buiten beschouwing laten. We zullen het moeten zoeken onder de gedetineerden. En dan kun je net zo goed een speld in een hooiberg gaan zoeken. Vermoedelijk is er met sleutels geknoeid op de een of andere manier". Aandachtig heeft iedereen geluisterd. Het is weer alles vaagheid wat er klinkt. "Het zal wel weer een lekje zijn", weet een snuggere onder de aanwezigen. Geërgerd kijkt de directeur hem aan. "Hopelijk". begint hij, "kunnen we de ware toedracht boven water krijgen. In ieder geval zullen we, als de zaken er zo bij staan, verscherpte maatregelen moeten nemen. We kunnen ons geen volgende uitbraak permitteren". "Neem maar gerust aan, dat na deze gelukte poging verschillende gedetineerden op scherp zullen staan", voegt de adjunct- directeur daar aan toe. "Precies, we zullen om problemen te voorkomen de verloven met de kerst moeten intrekken, hoe erg dat ook voor sommigen mag zijn. Dan moeten de goeden maar onder de kwaden lijden. Niemand durft iets in te brengen tegen deze opmerking. Er is er één die een waarschuwend commentaartje laat klinken: Die beslissing zal ons niet in dank worden afgenomen. Dat wordt voor het personeel moeilijk werken de komende periode. De sfeer onder de gedetineerde zal er niet beter op woorden en dat nog wel vlak voor de kerst". Een instemmend geknik van vele kanten van de tafel." Weet iemand een betere oplossing?", vraagt de directeur zonder vertrouwen. "Niemand? Dan zit er niets anders op. Ik krijg nog een rapport over de toedracht van de ontsnapping. Graag het volgende pun......
"Is dit geen mooie knijper voor in de kerstboom?
Er zal dit jaar wel geen bal aanzitten". "Vorig jaar dan wel?",vraagt het kleine mannetje aan de hoek van de werktafel. "Ha, jongens een groentje. Is dit je eerste kerst in de bak, schatje zonder moeder? Dan mag je kerstavond op mijn schoot zitten en eet ik dat hele kuikenkleine kippenpootje samen met jou op, goed? Het groentje laat zich niet van de wijs brengen. "Een keer moet toch de eerste wezen", merkt hij wijs op. Wat doen ze hier eigenlijk aan de kerst? "Vraag maar wat doet de kerst hier met ons. Punt één: Om half zes komt er een manicure voor de nagels. Ja, ook van de voeten". Je vergeet de schoenpoets". "Om half zeven komt de directeur langs met de menukaart van het diner twaalf gangen" Ja, zeker om door te lopen tot je bij een pisbak bent" , zegt de buurman. "Na het diner cognac met een dikke sigaar en een dansshow met mooie meisjes. Is dat even geregeld!" Het groentje blikt noch bloost. "Wacht eens even", zegt hij, "Je had het over een kippenpootje. Dat is zeker alles?" Alles, alles", is het antwoord "Wat had jij dan gedacht? Dat alle burgers van Nederland een bedrag voor ons op de giro storten? Geeft een etentje weg voor de penoze" "Nee jongen, kerst in bak is dromen van hoe het was, kon zijn en kan worden, als alles goed gaat en verder je kaken op elkaar houden anders schrikt die kippenpoot, als hij zo'n ruimte moet binnenwandelen, snap je? Beteuterd kijkt het groentje om zich heen. Alleen knikken neerslachtig. "Zo is het",zucht er een, "met een goeie fantasie kom je het verst".
"Kijk jongens, hier komt alvast een voorproefje van onze gezegende kerstdagen, koffie getrokken van restanten van eigen kweek uit de oorlogstijd".
De reiniger, die de koffie brengt is niet van zijn stuk te brengen, weet dat de koffie nog best te drinken is en zegt met een vanzelfsprekend gebaar: "Mannen, koffie, gratis aangeboden namens het Nederlandse volk" "Daar maak ik een extra knijper voor", zegt het groentje. De mannen met wie hij in gesprek was, lachen. "Jongens, we kunnen nog een goede kaarter gebruiken. Join the family in the lik. Verheugd schuift de jongen bij. Hij hoort erbij en met een trots gezicht schudt hij met meesterhand het hem aangeboden pak speelkaarten. Koffiepauze. "Wie weet er................" De zin wordt niet afgemaakt. De brigadier komt binnen, een bijzonder moment. Die komt alleen met een belangrijke boodschap en zelden een goede.
Chagrijnig gooit een van de mannen zijn kaarten op tafel.
Hij kent het klappen van de zweep. "Nou jongens, maak je maar klaar. Deze man heeft een verrassing voor ons voor de kerstdagen. Hij heeft het goed geschoten. Zonder omhaal van woorden volgt de reactie van de brigadier. "Klopt, jullie weten, dat er gisteren twee zijn gevlucht? "Zijn het er nu al twee?", vraagt het groentje brutaal. Twee". zei ik. "Dat is hier nog nooit eerder gebeurd en dat zal ook nooit weer gebeuren. Den Haag heeft de rijksrecherche ingeschakeld. Die komt morgen. En het zit er dik in dat er ook nog een aantal gestichtswachten meekomt. Ook de officier van justitie heeft gebeld en die was behoorlijk kwaad. Dit zal zeker gevolgen hebben. Dus jongens........." Hij kan zijn zin niet afmaken. De oude rot neemt het woord en automatisch komt het hem over de lippen: "Reken met de kerst, maar nergens op" "Dat wou ik gezegd hebben", merkt de brigadier op. Man wees blij, dat het jou schuld niet is". "Hoezo?", vraagt de brigadier. "Nou je wilt toch rustig kunnen slapen met de kerst" De brigadier haalt zijn schouders op, bromt nog iets van: "Wie maakt hier nou de dienst uit. " De gedetineerden blijven achter midden tussen de knijpers die ze aan de kerstboom wilden hangen.
"Nou jongens, vrolijk kerstfeest.
Twee dagen tucht in de cel", bromt de oude rot pessimistisch. "Ach kom nou,dat zal wel loslopen. Ze hebben alles al geregeld en er zou een groep van buiten komen met een of ander toneelstuk met de goede kerstboodschap. Er is een orkestje gehuurd en weet ik, wat allemaal meer. Nee, dat kunnen ze nooit meer afblazen. " "Ja, dat is eigenlijk wel waar", merkt een ander op. "Nou, maak dat de kat maar wijs. Feest met gestichtswachten om je heen zeker. Vergeet het maar jongen. Dat gaat niet door en dat verlof van jou kan je ook wel vergeten! "Hoe bedoel je. " Je bent toch niet doof, je hoort toch wat hij zegt!" De "verlofganger" staat op en begint heen en weer te lopen. "Man. wat heb je? Kom je nou nog kaarten of niet? "Wat er met me is? Wat denk je wel. Ik word crazy in deze rot bajes. Iedere dag dezelfde 4 muren. Iedere dag 2000 van die gore instekers maken en dan 's avonds janken en denken aan thuis". "Ja, maar". "Wat ja maar, niks ja maar. Hoe zou jij je voelen als je na 3 jaar denkt, dat je eindelijk op verlof kunt, eindelijk eventjes vrij bent. Ik heb me daar 2 maanden op lopen verheugen en dat wordt dan verpest door zo'n vieze gastarbeider.
Het is avond.
Recreatie voor gevangenen. Meestal draait het op een potje kaarten. De cellen gegroepeerd rond de galerij worden door de gevangenen en het personeel de ring genoemd. Vanuit de cel kunnen ze elkaar beroepen. Maar lawaai maken mag niet. Anders krijg je isoleercel en de daarbij behorende straf: Geen contact met medegevangenen. ier man zitten bij elkaar in één cel. Visite. "Heb je de kaarten bij je?" "Jo......" "Wacht nog even met delen. " Ik wil, effe het nieuws horen". Hij zet de radio aan. De bekende zaken worden door de nieuwslezer doorgenomen. Dat is de buitenwereld. "Zet toch af joh, dat ding, zwamkoek, laten we kaarten. Straks is de tijd om". "Even wachten" De stem van de nieuwslezer: Gisteravond zijn uit het Huis van Bewaring te Assen 2 gedetineerden ontsnapt. " Over de ware toedracht tast men nog in het duister. Vast staat wel, dat er hulp is geweest van binnenuit. Er zullen de komende periode maatregelen worden genomen, zoals een verscherpte bewaking. Ook de verloven van de gedetineerden met de kerst zullen worden ingetrokken". Bang...¦.. De knop van de radio wordt omgezet. "Hoor je dat? Die lui zijn maf vuurgevaarlijk. Dat waren Pietertje en ....... dinges........ Hoe heet ie ook al weer.....? Oh ja, Carlos. Je weet wel....... Ja, die zat hiernaast, maar die is niet gevaarlijk. Hij had geen andere keus meer. Die lui zijn zelf gevaarlijk".
Een muur...... en nog een muur........ een derde muur .......... en nog een vierde en als ze die in elkaar passen zit je gevangen.
Ook in de buitenlucht. Daar lopen ze de kaarters uit de werkplaats. Luchten heet dit. Zoals moeder de kleren lucht, die de hele winter in de kast hebben gehangen. Dat doen ze hier met gevangenen. et zijn drieën naast elkaar lopen ze heen en weer. Het groentje is er ook bij en de man die zijn verlof kwijt is. Hij is nog niet aan het idee gewend, spuugt ook in de open lucht zijn gal. Ik loop te balen als een stier". Kom, zo erg is dat kerstfeest toch niet? " Ach nee, daar gaat het niet om. Ik heb me 2 maanden op mijn verlofdagen verheugd en nu gaat het niet door. Het is rot genoeg! Ja, weet je dat ik er zelfs al over heb lopen denken om aan de directeur te vertellen, waar de uitbrekers zitten. Ik weet zeker dat ik dan wel op verlof mag, denk je niet? "Nee joh, dat kun je niet maken. Je weet toch waarom hij gevlucht is?" Ook het groentje mengt zich in het gesprek: Voor jou zijn het twee dagen. " Voor die Carlos gaat het misschien om zijn hele leven.
De ontvluchting is dezer dagen het gesprek van de dag.
Er zijn gedetineerden, die zeggen precies te weten hoe de ontsnapping in zijn werk is gegaan, maar als je doorvraagt, doen ze plotseling heel geheimzinnig. Twee oude rotten staan bij elkaar. Ze doen hun behoefte en weten een bewaarder in de buurt. "Heb je nog wat te roken?" Nee, misschien Kareltje nog." De roker gaat zijn handen wassen, wil met het gesprek van de dag beginnen. De reiniger steekt zijn hoofd om de deur: "Zitten jullie hier? Ik zocht jullie. Ik heb nieuws'. "Wat heb je". Laat eens horen". Gewichtig haalt de reiniger een stuk papier uit zijn jasje. "Kijk", zegt hij. "een brief. " "Gefeliciteerd", mompelt de roker en wil het toilet verlaten. Wacht nou even. " Hier laten ze ons wel even met rust. Ik heb een brief van Carlos. "Hé, pas op een bewaarder". De reiniger loopt naar de deur, legt de vinger op de mond. De drie mannen wachten tot de bewaarder voorbij is zonder argwaan te krijgen. "Lees maar voor, wat schrijft ie". De reiniger opent het papier, dat een brief blijkt te zijn:
Beste vrienden in het Huis van Bewaring,
Ik kan niet goed Nederlands schrijven.
Daarom schrijft mijn vrouw Maria namens mij. Toen ik in het Huis van Bewaring zat, had ik het heel moeilijk en zwaar. Van mijn advocaat kreeg ik een heel slecht bericht te horen. Het was als het ware mijn doodvonnis. Hij zei mij, dat justitie mij het land zou uitzetten en wel snel. Ik zou dan op het vliegtuig gezet worden naar El Salvador, waar ik vandaan kom en dat ik nooit meer Maria zou kunnen zien, bij wie ik nu drie jaar woon. En nu krijgen wij een kind. Maria en ik zagen maar één uitweg. Ik moest eruit. Die jongen uit de keuken is toevallig meegekomen. Oh ja, dit is voor Lucas, de jongen, die naast mij zat: Bedank hem. Voor iedereen het beste, ook namens Maria.
Carlos.
Moeder, moeder....... Ze zeggen dat vader uit de gevangenis is ontsnapt, komt hij nu voorgoed thuis?"
"Foei jongen, wat laat je me schrikken. Wat vertel je nou voor onzin. Een gevangenis is geen speeltuin. Daar breek je zomaar niet uit om vervolgens rustig naar huis te wandelen". "Maar het is echt waar moeder. Het is op de radio geweest. Er zijn twee mannen in Assen ontsnapt". Dan wordt het moeder te machtig. Ze barst in snikken uit en de kleine jongen kijkt beteuterd toe. Wat spannend leek te zijn, is dat helemaal niet. "Wat is hier aan de hand? Een meisje komt de kamer binnen. "Ik zat boven. Is er iets?" "Pappa is ontsnapt", houdt de jongen vol. "Nou dan hoef je toch niet te huilen? Dan komt hij toch lekker thuis?" "Doe niet zo stom", zegt het oudere zusje, dat daarnet binnen kwam. Welke ontsnapte gevangene gaat er nu naar huis." Dat is wel de laatste plaats waar hij naar toe gaat!" "Ons broertje heeft dat zeker in een boekje gelezen, of op een film gezien. Je denkt toch niet, dat vader zo stom is daar een beetje te gaan ontsnappen. Komt hij helemaal nooit meer uit de gevangenis en dan zeker ook nog vlak voor zijn verlof met kerst! Moeder, wat bekomen van de schrik grijpt in in het warrig gesprek: " "Kinderen, hou nu maar op. Hoe kom je erbij, dat vader ontsnapt zou zijn. Wat ik ervan gehoord heb. Is dat er twee gevangenen zijn ontsnapt en dat ze daar zo van geschrokken zijn, dat er met kerst niemand naar huis mag. Dus je vader ook niet!" "Dat vind ik hartstikke gemeen. De directeur van de gevangenis zit met kerst toch ook lekker thuis. Hij gaat toch zelf met de kerst ook niet in de bak zitten?" "Ja, dat vind ik ook. Hij zorgt er eerst voor, dat er een paar kunnen ontsnappen en dan krijgen degenen, die niet zijn ontsnapt nog eens straf" "Laten ze die bewaarders en zo maar in de cel stoppen en alle gevangenen naar huis!" "Nou valt ons hele plannetje met het kerstdiner in duigen." En ik kan pappa niet de boot laten zien die ik gemaakt heb!" "Kinderen, we zullen ons erbij neer moeten leggen. De hoge heren hebben het voor het zeggen en je vader heeft niets in te brengen. We moeten ervan maken, wat er van te maken valt. Er is één troost. Die ene gevangene, die ze het land wilden uitzetten, terwijl zijn vrouw hier ook nog zwanger is, is nu vrij "Mamma?", vraagt het jongetje, "Kan pappa nu helemaal niet meer kerst vieren? Dan wil ik het ook niet". "Je bent een lieve jongen, maar dat zou hij nooit goed vinden en wie weet betekent deze kerstviering toch wel iets voor hem. "Dat begrijp ik niet", zegt de oudste, zeker die ene kippenpoot!
Het is winter buiten
en de ganzen vluchten Net als de bomen en het groen en mensen vluchten in een roes van drank en aten zoals ze ieder kerstfeest doen
Het is nacht buiten
Donker zonder grenzen Radeloosheid in het hart van de mens op wie het vliegtuig wacht De muur, de tralies moeten worden gebroken voor hem is nu zijn vriend de nacht
Ze zullen kwaad zijn en hun oordeel spreken
maar ook gaan denken en hun hoofden breken Misschien brengt dat wat licht in de nacht want kijken, luisteren en begrijpen is meer dan baden in de nacht
Dus mensen kunnen van de ganzen leren
dat vluchten warmte zoeken is en dat als kerstnacht de klokken luiden hun V- vorm gericht is op het zuiden en V van verlossing en vergiffenis
En als er achter de muur die bedwongen
weer andere hoge muren staan muren van wanhoop en verlangen, zit dan niet terneer en voel je niet verslagen Ga op de vleugels van je geest naar God de bron van alle warmte
Ga zoals de wilde ganzen gaan.
Over de balustrade van de ring hangen de "verlofganger" en zijn maat.
Straks duiken ze de eenzaamheid van de cel in. Het is bijna half tien 's avonds. Nog even kletsen. "Zeg Corâ€. "Ja". "Wat heb jij opeens man". "Ik krijg er geen woord meer uit? Ik heb net een brief van mijn moeder gekregen. Ze schreef iets over ons kerstfeest thuis vroeger. Toen vond ik altijd het mooiste , dat met kerst iedereen thuis kwam en dat hij daar een plekje had" "Oh. Je hebt gelijk van vanmiddag. Sorry, dat ik zo egoïstisch was. Ik kan met twee maanden weer met verlof. Carlos niet".
Dan is het half tien, de celdeuren gaan open, maar dat is alleen om erin te kunnen. Kerstavond.
Het is stil in de ring. Anders is er altijd wel rumoer tot de bewaarders er een eind aan maken. Vanavond niet. Meer dan ooit voelt ieder zich een thuisloze, in de steek gelaten.
Plotseling klinkt er een stem: "Benja".
Het geluid komt uit één van de cellen. "Jooooh" , antwoordt een tweede stem. De eerste stem weer: "Dia ada kontjiku. " Een derde gevangene bemoeit zich ermee, verstaat er niets van: "Hé, jongens, wat zeggen jullie nou?" En de eerste stem roep: "Carlos zit veilig. Hij heeft mijn huissleutel". Stilte. De ring zwijgt. Maar dan klinkt andermaal een stem: beverig, trillerig ............. aarzelend.
De stem zingt en ademloos luistert iedereen toe.
STILLE NACHT, HEILIGE NACHT
Er is er één in de ring die het te machtig wordt: de buurman.
Hij roept:" Hé, hou asjeblieft op met dat kattengejank. Voor ons is er geen kerst". De zanger stopt." Jawel" , zegt hij. "Dit is kerst". En onverstoorbaar zingt hij verder en langzaam maar zeker vult de ring zich met stemmen in allerlei toonaarden en talen met het aan iedereen bekende lied:
Davids zoon lang verwacht, die miljoenen eens zaligen zal
werd geboren in Bethlehem stal Hij der schepselen Heer Hij der schepselen Heer
Hulploos kind, heilig kind
dat zo trouw zondaars mint Ook voor mij hebt g'u rijkdom ontzegd, werd g'u op stro en in doeken gelegd Leer mu danken daarvoor Leer m'u danken daarvoor
Stille nacht, heilige nacht
vreed en heil wordt gebracht aan een wereld verloren in schuld Gods belofte wordt heerlijk vervuld Amen Gode zij d'eer Amen Gode zij d'eer
Jan Thijs de Haan
( Naar een gegeven opgetekend door een gedetineerde) Bedankt voor je mails. Leuk zo als jij beschrijft,wat jij allemaal voor operaties en (een breuk )hebt moeten ondergaan in je leven. Jij kunt het heel beeldend beschrijven (je ziet het voor je). Fijn,dat jij je eerste wandeling weer kon maken en dat het goed ging. Natuurlijk was je verspieders werk ook belangrijk. Toch moet je proberen zo te lopen als voor je ingreep,anders krijg jij een verkeerde houding. Ik hoop,dat als jij terug moet voor controle,dat de operatie geslaagd is. Groetjes maar weer en een gezellige Oud en Nieuw viering. Janny.
Langs het kanaal bij de hoge weg!
Toch behoorlijk opgehoogd!
De werkloze kraan langs het kanaal met een presentje voor de kerst!
Aan de overkant ....ook behoorlijk hoog!
En maar blijven hangen.......!
Deze palen moeten de grond nog in!
En het cadeautje is nog steeds niet uitgepakt!
De MvO
Als je komt van de brug naar huis......en toch zijn er verschillende borden verwijderd uin verband met met oud en nieuw!
Ook deze kraan is neer gelegd!
|
29 december 2013
Oma Kremer zit er tevreden bij!
Commentaar:
Gerard noemt zijn moeder:
Oma!!
Dan denkt hij dus:
Jan Thijs en Thijs zijn mijn broertjes.
Toch ben ik trots op mijn oudste zuster .....en Gerard is mijn neef!
Een betere belichting!!
Hier hebt u ook mijn jongste zus uit Amerika samen met Dan en Iona bij de kerstboom!
PORTREITEREN
Zo het zit er op.
Uren was ik bezig met die kop
Eerst was ie te dik.
Toen weer te lang.
Je denkt dan: “Stik,
Ik stop hem achter het behang”.
Van die onderkin en bolle wangen werd ik ziek.
“Kom”, dacht ik ”Laat hem eens zien aan Angeliek”
Die werd gelukkig niet te kwaad.
Gaf mij toen een goede raad.
“Verscheur deze maar”, wou ik zeggen,
Maar zag haar het ding in haar tas leggen
En deed er maar het zwijgen toe,
Ze zei: “Die geef ik aan mijn moe”.
Zo zat ik zonder portret
En ik zo mijn zin er op gezet,
Een moeilijk hoofd te tekenen.
Angelique zou er niet meer op rekenen.
Dus weer dat papier gepakt: Helemaal blank
En maar weer tekenen tegen wil en dank.
Al krassend ontvouwde zich aan mijn blik:
Hé ja, weer is die onderkin te dik!
De neus is ook te lang.
De mond is ook te lang.
De mond die is te smal.
Zo blijf je aan de gang.
Dit werd me toch te mal.
Dus die Joke Klaveringa gevraagd.
Dat heeft haar wel behaagd.
Zij gaf mij toen wat tips.
Nog keek die Angelique wat pips.
Een lijntje hier, een lijntje daar.
Toen was ons Angeliekje klaar.
Wel werd een les hierdoor geleerd:
Dus als je mooi getekend wordt,
Denk niet: “Zo knap ben ik dus!”
Ontdoe je kop dan van dat bord!
Zo’n tekening is nog een hele klus.
Je doet het ook op goed geluk.
Lukt het, dan ben je echt nog niet een STUK!!
30 december 2013
De site over FOLKERT DE HAAN ben ik aan het restaureren sinds weblog ermee is gestopt.
De reacties vind ik op FACEBOOK.
0 Zonder licht
De dorpsveldwachter,
Hai haar vandoag 'n vrije dag.
En zat nou echt zo lekker
bie kachel.
's Oavends tegen half elf. "Hai".
Dat is veldwachter Dekker.
Dou wur der tegen 't roam aantikt:
'n Stem:
"Is veldwachter ook thoes?"
Dekker springt vot doadelk van stoul
En dinkt:" 't is weer nait pluus".
"Ik kom der aan", ropt Dekker dou.
Want hai verstaait zien plicht.
"Blief mor zitten", zegt stem din weer.
" Wolt 't groag waiten, want ik fietste zunder licht".
31 december 2013
Ik liep dezelfde wandeling langs de Mokkenburgweg!
Dit is dus Mokkenburg!
Hij blijft mooi!
Vervolgens ontmoet ik de poney's en maak een foto!
Eenmaal door de tunnel zie ik het weiland van Datema!.....waterig!.....roept een voorbijfietser!
Deze afval hebben ze bijeengeharkt!
De MvO.........werkloos
De laan der verrijking!
Tegen de zon in!.....Gelukt!
Ik loop op dit moment een beetje achteruit om te fotograferen.
Deze dame is keurig afgestapt om mij de kans te geven!
Even later weet ik wie het is.
Het gaat om mevrouw Datema en haar echtgenoot is bij haar, maar hij heeft niet een fiets bij zich.
Waarschijnlijk heeft zij hem afgehaald van de boerderij en ze steven naar hun huis aan het kanaal in de buurt van de brug.
Zij beginnen zelf over mijn breuk.
Waarschijnlijk heeft hij dat gelezen op de website van Jan Blaauw.
Zo blijft niets meer onbekend.
Datema vindt, dat ik sneller loop, nu ik aan de breuk ben geholpen.
Ik geloof het ook met al te graag!
Al spoedig blijkt, dat ik hun niet bij kan houden!
Zo veel sneller ben ik blijkbaar toch niet.
In de verte zie ik ze lopen.
Zij klimt op haar fiets en rijdt van haar man.............weg naar huis!
De snacksbar rijdt net voorbij als ik de kraan wil fotograferen!
Nog een keer!......raak!........Let op de VOLVO's
ODE AAN EEN LEERLING
Aan de oever van een snelle vliet
Zat eens een meisje neer
Zij schreide, snikte van verdriet
haar droevige oogjes zeer.
Een flinke vent, die haar zo zag
Werd innig aangedaan
Haar treurkleed en haar luid geklaag,
dat trok hem tot haar aan.
Wel, mijn lief meisje, zo sprak hij.
zeg, waarom treurt gij nu?
Vertel er de oorzaak van aan mij
Kan ik, zo help ik u.
Zij sprak en zag hem troostloos aan
Ik heb vriend een droevig lot.
Gij ziet een zondebok voor u staan.
Ze behandelen mij zo rot.
Kom ik eens te laat,
Slechts een dodelijk enkele keer,
Dan weet ik wie er staat.
Het is die grote grijze haar,
Vergeefs en vruchtloos worstel ik
een smoes al uit zijn mond.
Inwendig denk ik echter : “Stik,
ik sliep toch het klokje rond?"
Mag ik ook eens later zijn.
Zelf weten hoe ik de dag begin?
U vindt uitslapen toch ook wel fijn?
Dus stem daar dan mee in.
Heb toch wel recht op romantisch avontuur,
o midden in de week.
En dat wil alleen in het avonduur
dus ben ik des ‘s morgens nog van streek.
"Nee, ween niet meer, mijn lieve kind",
sprak toen de jongeman
"Gij hebt een hart dat teer bemint
Ik zal u dragen waar ik kan,
Hij tilde haar op en droeg haar rond
En keek vertederd op haar neer,
Maar…..struikelde, viel op zijn kont
en Heleen keek naar hem nooit meer.
Het zijn sterke benen die haar weelde kunnen dragen,
maar toch eist zij van elke heer
en zal er steeds naar weer naar vragen
"Toe til mij op, maar zet mij nooit weer neer"!
John Alcock
Geen opmerkingen:
Een reactie posten